Walcheren

Walcheren

Toeval bracht ons voor een week vakantie in Zoutelande. In mijn argeloosheid dacht ik altijd dat het een fictief plaatsje was in een liedje van Bløf. Met hun teksten zou dat ook hebben gekund, maar nee, Zoutelande bestaat echt. En hoe: het is er gezellig, het strand is breed, de fruits de mer perfect en de zeeschepen naar Antwerpen zorgen voor volop afwisseling. Ons tiny house op wielen stond op een uitnemende camping met elke ochtend versgebakken broodjes en baguettes, het jonge echtpaar dat de camping een jaar of wat geleden had overgenomen was niets te veel en het was er ouderwets schoon en dat verwacht je ook wel bij een camping met een authentieke naam als Weltevreden.

Zeeland heb ik lange tijd gemeden als een mijnenveld. Een zelf opgelegd negatief reisadvies waarvan de aanleiding een felle ruzie met de baas van een tankstation in Hulst was. Het ging over het accepteren van een tankpas en liep zover uit de hand dat uiteindelijk de politie werd ingeschakeld. Zelden een grotere hork meegemaakt. Dit speelde overigens zo’n drie decennia geleden toen benzine nog betaalbaar was ondanks het kwartje van Kok. Sommige trauma’s blijven je achtervolgen…

Maar goed: dit was Zeeuws-Vlaanderen, een landstreek die we wellicht beter aan de Belgen hadden kunnen laten maar het waarschijnlijk ook niet wilden. Walcheren is een ander verhaal. Vriendelijke mensen, gastvrij van kop tot teen, een glimlach op het gezicht en je kunt ze normaal verstaan. Niets is te veel om je een vakantiegevoel te geven en fietsen hoort daarbij. En er wordt veel gefietst op Walcheren. Heel veel. Enerzijds vreemd want elke richting die je neemt, er is altijd tegenwind. Maar dat deert sinds de introductie van de e-bike kennelijk niemand meer, terwijl ik zwetend en met een pijnlijk onderstel op het racezadel de Zeeuwse landwegen bedwong. Om uiteindelijk in Veere op een terras van een mooi etablissement met uitzicht op de haven neer te dalen. En dan wordt de idylle toch even verstoord: twee meter naast mij staat een kelner met zijn leren schort; ik kijk hem aan met de blik van de vermoeide passant die zin heeft in koffie en appeltaart, maar hij blijft als een wassen beeld stoïcijns voor zich uitkijken. Ik wenk nog maar eens maar er komt geen enkele reactie. Voordat ik ga twijfelen of ik er fysiek wel ben of dat ik droom komt de serveerster: fijne glimlach, een en al vriendelijkheid. Ik vraag waarom haar collega niet reageert. Het blijkt een Engelsman te zijn, die bij gebrek aan Nederlandstalig horecapersoneel is ingeschakeld. Ik zei dat het er meer op leek dat hij was uitgeschakeld en uit de veelbetekenende blik van de serveerster kon je opmaken dat het tegen haar principes van gastvrijheid inging. Niettemin, de koffie was prima en de appeltaart smakelijk. En geen slecht woord over Walcheren.

Erwin Gevers is hoofdredacteur van TOM Magazine.

>
>
>
Elferink & Kortier