Gebakken lucht
In een eerdere column heb ik al eens geschreven over stikstofwetgeving en de absurditeit van de stikstofmodellering en de consequenties voor Nederland. Uiteraard is het vanuit de oppositie makkelijk roepen en weten we het altijd beter dan de makers van de wetgeving.
Zo is het makkelijk om te reageren op de modelleringen van de stikstofwetgeving, de CO2-discussie en meer recent de gemaakte keuzes rond de NOW-regeling. Ik ben daarentegen wel een voorstander om kritischer te zijn naar de gebruikte modellen en deze op de juiste waarde in te schatten. Een model is en blijft slecht een rekenkundige benadering van de werkelijkheid en bevat altijd een bepaalde mate van onzekerheid en onvolledigheid.
Zo zijn er rekenmodellen bedacht met betrekking tot de invloed van stikstofdepositie op natuurgebieden en met betrekking tot het verlagen van de CO2-emissie, ten behoeve van het behalen van de klimaatdoelen. Nu hebben we er in Nederland een handje van om deze modellen als ‘wet’ te lezen en na te leven. Het resultaat daarvan is dat we daarmee het originele doel, het beperken van emissie, daarmee uit het oog verliezen.
Enkele voorbeelden hiervan:
Bij het vaststellen van de CO2 klimaatdoelen hoeft de CO2
die vrijkomt bij het verbranden van biomassa niet meegerekend te worden.
De achterliggende gedachte hierbij is dat in het bos, de betreffende boom
namelijk langzaam verrot waarbij de CO2 ook vrijkomt. Vervolgens
zijn er diverse slimmeriken die met een enorme bak subsidie biomassa installaties
bouwen waarbij uit Canada geïmporteerd hout verbrand wordt. Alsof de zeeschepen
geen CO2 uitstoten. Het verbranden van deze zware stookolie
hoeft niet meegenomen te worden in de rekenmodellen. Met andere woorden
veel subsidie voor een fictieve CO2-verlaging.
In de gehele nationale stikstofdiscussie is het al niet veel beter. Ook hier worden de modellen als absoluut feit gezien. Stikstof is een mondiaal probleem en beperkt zich niet tot grenzen. In de agrarische industrie komt stikstof vrij. Deze hoeveelheid is inherent aan consumptie van vlees, zuivel en groente. Met het rekenmodel Aerius kan berekend worden wat de depositie op een natuurgebied is. Langzaam komen we er nu achter dat enkel door het beperken c.q. beëindigen van (agrarische) activiteiten de depositiedoelstelling kunnen gaan behalen. Gebleken is al dat de rekenkundige reductie niet overeenkomt met de gemeten werkelijke depositie van stikstof in het veld.
Tenslotte moet je je afvragen waar jouw biefstuk vandaan komt als hij niet in Nederland geproduceerd is? Deze komt per vrachtschip uit Brazilië of per vrachtwagen uit Oekraïne. Ook deze emissies zijn niet verwerkt in de modellen.
Mondiale gebakken lucht!
Norman Smit,
Directeur van BMD Advies Oost