En dan klopt de FIOD aan..
Het kan eigenlijk iedereen overkomen. Hier kort het voorbeeld van één van mijn cliënten waarvoor ik al jaren mag werken, CAB Van der Vinne B.V.. Het bedrijf is gespecialiseerd in de handel uit en naar Nigeria.
Op 28 juli 2021 doet de FIOD meerdere invallen, waaronder in de woning van de bestuurder. Het Openbaar Ministerie legt beslag op zijn woonhuis en op alle privé en zakelijke bankrekeningen. Zelfs de auto van de bestuurder wordt direct opgeladen en afgevoerd. Hoewel de bestuurder op dat moment nauwelijks kan bevatten wat hem overkomt is door het optreden van de FIOD zijn reputatie in één klap volledig beschadigd. De meeste mensen denken namelijk: waar rook is, is vuur...
Vervolgens ben ik samen met mijn cliënt twee dagen in Utrecht geweest alwaar hij door de FIOD is verhoord. Tijdens de verhoren werd pas duidelijk dat mijn cliënt werd verdacht van niet-ambtelijke corruptie, het betalen van steekpenningen en valsheid in geschrifte. Dit alles had te maken met de aankoop van een olietanker van 21 miljoen Euro, waarbij cliënt een bemiddelende rol had gespeeld. Voor die bemiddeling ontving mijn cliënt een vooraf overeengekomen commissie van 1 procent van de koopprijs. Cliënt moest van zijn opdrachtgever van deze commissie een viertal werknemers van de opdrachtgever ieder $10.000 betalen voor hun ondersteunende werkzaamheden. Tijdens de verhoren heeft cliënt alle vragen kunnen beantwoorden.
Vervolgens blijft het dan stil, heel lang stil...
Als verdachte moet je dan maar afwachten of de Officier van Justitie overgaat tot vervolging. Maar al die tijd blijft er wel beslag liggen op het volledige vermogen van de ondernemer.
Op 4 juli 2023, bijna twee jaren nadat de FIOD de inval had gedaan, vond de strafzaak plaats bij de meervoudige strafkamer van de Rechtbank Oost-Brabant. Bij vonnis van 18 juli 2023 wordt cliënt van alle ten laste gelegde feiten vrijgesproken. Eindelijk lijkt er een einde te komen aan de nachtmerrie die op 28 juli 2021 was begonnen. Helaas voor mijn cliënt heeft het Openbaar Ministerie in al haar wijsheid besloten om hoger beroep in te stellen tegen de vrijspraak. En hoewel cliënt ook het hoger beroep met heel veel vertrouwen tegemoet ziet, betekent dit wel dat hij nog langer niet kan beschikken over zijn werkkapitaal. Wordt vervolgd...
1 ECLI:NL:RBOBR:223:3633
