Lucas Haafkes trotse aannemer en voorzitter van Bouwend Nederland
Met aannemers- en familiebedrijf Haafkes, gevestigd in Goor en Deventer, staat hij voor grote uitdagingen op het gebied van bouw, duurzaamheid en netcongestie. Als voorzitter van Bouwend Nederland, afdeling Twente, probeert hij ook in naam van 170 regionale bouwen infrabedrijven het verschil te maken. En bij het voetbalelftal van zijn zoon fungeert hij als enthousiast leider. ‘In al die rollen draait het in feite om plezier, samenwerken en samenbouwen’, geeft Lucas Haafkes een kijkje in wat hem drijft en voortstuwt.
Hij is zestig, zegt zijn paspoort, maar Haafkes leeft het energieke leven van een dertiger of veertiger. Met sport als zijn tweede natuur. Hij tennist, loopt soms hard en is best een fanatiek zeiler. “Mijn ouders hebben in 1985 een klein huisje gekocht in Balk, Friesland, aan het Slotermeer. Daar hebben we ook een bootje liggen. Als ik de tijd heb, zoals binnenkort in de bouwvak, gaan we er logeren. En dan veel het water op. Tegenwoordig zeil ik vaak met mijn gezin, die hebben de smaak ook te pakken gekregen. Zeilen is vrijheid, heerlijk.” In zijn woonplaats Boekelo is hij sinds jaar en dag vrijwilliger van fusieclub BSC/Unisson. Ooit raasde hij in de jeugd bij ‘de blauwen’ van BSC als linksback langs de lijn. “Toen we kampioen werden met de E1, keek FC Twente-icoon Epi Drost toe. Wat hij daar deed, weet ik niet, maar het maakte veel indruk.” Tegenwoordig is hij bij BSC/Unisson leider van de JO17, het elftal van zijn zoon Bernd. “Aanvankelijk was ik trainer, maar er zijn anderen die dat beter kunnen. Leider is ook prachtig. Kan ik echt van genieten. Net als van de vele sportieve momenten met mijn dochter Fabiènne.”
Laagdrempeligheid
Haafkes trekt die sportieve tendens naadloos door naar zijn (familie)bedrijf.
De directeur, die de regie deelt met zijn MT-leden Wout Lammerink, Wout
Visser en Erik Wissink, alsook met zijn neef Fons, betrekt de 110 personeelsleden
zoveel mogelijk bij sportieve initiatieven. “We doen mee aan voetbaltoernooitjes,
hardloopclinics, er is een mountainbikegroep, noem maar op. Dat schept
verbinding. Binnenkort doe ik samen met collega’s mee aan de Singelloop
in Enschede. Als ‘die ouwe’ dat kan, dan moeten anderen ook wel, haha.
Maar de moraal van het verhaal is uiteraard: wie beweegt, blijft fit. Fysiek
én geestelijk. We vinden het welzijn van onze collega’s nu eenmaal erg
belangrijk.” Hij spreekt standaard van ‘collega’s’ en niet van personeelsleden
of werknemers. Het zegt veel over zijn persoonlijke leiderschap(stijl).
“Vroeger was er sprake van een duidelijke hiërarchie, van afstand tussen
directie en personeel”, zegt hij. “Ze keken tegen je op, maar daar was
ik helemaal niet blij mee. Zelf ben ik altijd meer van de laagdrempeligheid
geweest. Omdat we het samen doen. Samenwerking is de sleutel tot succes,
zeker bij ons.” Ook op de ontwikkeling van het individu zet hij met zijn
bedrijf sterk in, persoonlijk én vakmatig. ‘Het is de metafoor van de paraplu.
Onze mensen en talenten leren het vak met onze paraplu boven hun hoofd,
maar als de tijd rijp is om die weg te halen, komt er zonlicht vrij en
kunnen ze doorgroeien. Veel collega’s heb ik prachtige carrièrestappen
zien maken.”
Werkplezier
Het aannemersbedrijf uit Goor en Deventer viert in 2026 jaar het honderdjarig
bestaan. Het verloop in werknemers is door de jaren heen verbluffend laag
geweest. “Dat is kenmerkend voor de cultuur van het bedrijf”, stelt Haafkes.
“We hebben best veel jeugd op de loonlijst. Maar ook een dame die al 43
jaar in dienst is. Eigenlijk zijn we met z’n allen een grote familie. Het
werkplezier is groot, de passie voor het vak evenzeer. We zien er bovendien
op toe dat iedereen veilig thuis komt bij zijn of haar gezin. Veiligheid
is echt een speerpunt. Eén keer per jaar hebben we een dag die speciaal
in het teken staat van veiligheid, met cursussen etc.” De betrokkenheid
is sowieso groot, ook met de regio, benadrukt hij. ‘We wandelen met cliënten
van De Twentse Zorgcentra en zijn in Enschede ambassadeur en partner van
Werkpakt, een sociaal project waarbij we mensen helpen met een afstand
tot de arbeidsmarkt. Overigens zijn we één van de weinige bouwbedrijven
die dat keurmerk draagt; dat zouden er wel meer mogen zijn.”
De prettige werksfeer, het noaberschap, de betrokkenheid: het zijn kernwoorden die Aannemersbedrijf Haafkes maken tot wat het is: een betrouwbare partner die kwaliteit koppelt aan flexibiliteit en soms een vleugje eigenzinnigheid. De bijna-eeuwling richt zich qua bouw, met trots en toewijding, op vijf pijlers: schone industrie, zorg, scholen, sport & recreatie en appartementen. En het rijtje opdrachtgevers is ronduit imposant. Een kleine greep: Urenco, MST, ZGT, FrieslandCampina, Johma Salades, De Twentse Zorgcentra, ROC van Twente, Het Stedelijk Lyceum, woningcorporaties, sportcomplexen in Boekelo, Burgum en Ermelo. Ook tekende Haafkes voor de prestigieuze transformatie van een bankgebouw naar appartementencomplex72 in Enschede.
Nieuw kantoor
Voor de (nabije) toekomst liggen er evenwel fikse uitdagingen op de loer.
Intern is al het nodige voltooid of in gang gezet. Wie het kantoor in Goor
betreedt, stapt een frisse ruimte binnen met veel glaspartijen en groen.
Er is grondig én goed vernieuwd. “Daarnaast zijn we bezig met de digitalisering
van onze organisatie”, vult Haafkes aan, “waaronder de implementatie van
een nieuw ERP-systeem. Dat moet eind 2024 klaar zijn. Verder willen we
onze strategische positionering verscherpen. Daar werken we met een team
van twaalf man aan. Een van de richtpunten is dat we best wel wat meer
op de voorgrond mogen worden in de markt; misschien zijn we een tikkeltje
te bescheiden.”
Of dat typisch Twents is? “Misschien wel”, zegt hij, “en dat hoeft niet, want ik vind het belangrijk dat mijn collega’s beseffen dat ze bij een bedrijf werken dat, om in voetbaltermen te blijven, in het linkerrijtje opereert. En niet zomaar in het linkerrijtje, nee, om in metaforen te blijven: qua prestaties zelfs de voorronde van de Champions League heeft gehaald. Dát besef mag er wel zijn.”
Maar voorronde van de Champions League der aannemersbedrijven of niet: waakzaamheid is geboden, nu de woningmarkt in de ban is van een stevige transitie aangaande duurzaamheid, energie en netcongestie (ofwel overbelasting van het stroomnetwerk). Haafkes beziet die ontwikkelingen vanuit twee verschillende perspectieven: als directeur van zijn eigen bedrijf én als voorzitter van Bouwend Nederland, afdeling Twente, waarbij hij – met het bestuur – de belangen behartigt van 170 regionale bouw- en infrabedrijven.
Voorzichtig positief
Met grote interesse volgde hij onlangs het hoofdlijnenakkoord van de nieuwe
regering en het moet gezegd: het had slechter gekund, zegt hij. “Ik ben
voorzichtig positief, het komt aan op de uitvoering. De kabinetsambitie
om 100.000 woningen per jaar te laten bouwen blijft, het aantal nieuwbouwwoningen
dat in 2023 is gerealiseerd, bleef steken op iets meer dan 73.000. We vragen
ons wel af hoe ze de plannen gaan uitvoeren en of het allemaal haalbaar
en financierbaar is. Overigens is er in de regio Oost meer gebouwd dan
elders in het land: we zijn vijftig procent meer actief en hebben 13.000
woningen gebouwd, een lichte stijging zelfs ten opzichte van het jaar ervoor.”
Wat hem verder aanspreekt in het hoofdlijnenakkoord? “Dat er 500 euro miljoen
voor infra is gereserveerd voor de ontsluiting van wijken, maar om het
achterstallige onderhoud weg te werken is meer nodig. Positief is dat er
minder makkelijk bezwaar kan worden gemaakt tegen bouwprojecten. Die processen
gaan korter worden en dat werd hoog tijd.”
Minder blij is Haafkes met de wetenschap dat het nieuwe kabinet bar weinig aandacht lijkt te schenken aan het techniekonderwijs. Daardoor lijkt de doorstroom van bouwvakkers, timmerlui en ander technisch personeel te stokken. “En dan te bedenken dat bouw en infra goed is voor een omzet van 100 miljard euro per jaar, dat is zo’n tien procent van de Nederlandse economie. We zijn een grote speler. Daar mag wel meer rekening mee gehouden worden.” Maar ook in dit geval gaat Twente tegen de landelijke trend in, tot zijn opluchting. “Op het ROC in Rijssen hebben zich 30 procent meer leerlingen aangemeld voor technische opleidingen dan vorig jaar. De technische scholen in Twente, zoals ROC en Saxion, hebben sowieso lange tijd niet zo vol gezeten als nu.”
Haafkes signaleert meer ‘Twentse’ pluspunten. In weerwil van de moeilijke situatie – hoge rente, dure bouwgrond en vertraging bij aanvragen van bouwvergunningen – wil hij de uitstekende samenwerking tussen de Twentse gemeenten benadrukken. Ooit strandde de komst van Twentestad op een betonnen muur van onwil en cultuurverschillen, maar Haafkes ziet dat er op microniveau wel degelijk een ‘Twentestad’ is. “Als ik zie hoe de wethouders van bijvoorbeeld Almelo en Enschede met elkaar omgaan, hoe ze samen naar Den Haag en Zwolle trekken om dingen voor elkaar te krijgen, dan is er sprake van veel samenwerking en verbinding.”
Recept voor de toekomst
Ah, daar hebben we zijn favoriete term: samenwerking. Of beter gezegd:
samenbouwen. Haafkes: “Dat is hét recept voor de toekomst. Als bedrijf
zijn we al erg gericht op samenwerken: we doen een bouw- of renovatieproject
nooit alleen, maar altijd samen met andere partijen, of partners. Meer
dan ooit zullen samenbouwen en samenwerken de sleutels tot succes zijn.
Binnen ons bedrijf, maar zeker ook in de hele bouwbranche.”