Arjan Hoop van Quadrum Capital
“Twentse ondernemer moet aan ons denken”
Arjan Hoop is managing partner van Quadrum Capital. De Almelose investeringsmaatschappij is in tien jaar tijd uitgegroeid tot een succesvolle onderneming en zag onlangs haar vijfde investeringsfonds van vierhonderd miljoen binnen no time volgetekend. Daarmee steekt Quadrum grotere internationale investeerders naar de loef. Over het succes van een investeringsmaatschappij dat begon in een schuurtje op de Enschedese Josink Es. Het succes van nuchterheid.
Hij is een rasechte Almeloër. Grootvader had een kruidenierszaak in de Deldensestraat, vader werkte voor het destijds bekende chipsmerk Golden Wonder en moeder verzorgde de administratie bij Finkers, de meubelzaak die nationaal bekender is dankzij Herman Finkers. Een gezin van cijferaars en dus is het niet verbazingwekkend dat hij kiest voor de HEAO. In 1993 gaat hij werken bij de Rabobank. “Economisch was het een lastige tijd”, vertelt de 52-jarige Hoop: “Maar een bank is een mooi instituut en mijn ambitie was om in de zakelijke markt te werken. Eerst bij een bank in de buurt van Deventer, daarna in Almelo dat samen ging met Wierden en Vriezenveen tot Noord West Twente. Dat was een toen een grote bank. Rabobank had een beperkt aandeel in de grootzakelijke markt en daarom kwamen er in heel Nederland teams die deze markt moesten ontwikkelen. Dat is in Twente een groot succes geworden.”
Carrièrestappen
In 2000 komt hij in gesprek met FC Twente-voorzitter Herman Wessels die
hem wijst op een vacature bij de club. “Ze zochten een commercieel directeur
en hij vond dat wel wat voor mij. Ik heb er lang over nagedacht en heb
het uiteindelijk gedaan. Liever ergens spijt van wat je wel hebt gedaan
dan spijt dat je iets niet hebt gedaan. Het werden drie jaren, veel geleerd
en veel gezien. Mooi netwerk opgebouwd. In 2003 kreeg ik een telefoontje
van de Rabobank: ze wilden een kop koffie drinken en deden mij het aanbod
om in de landelijke directie van de afdeling corporate clients plaats te
nemen. Dat was natuurlijk een mooie carrièrestap. Ik denk dat ik er drie
maanden werkte toen ik een telefoontje kreeg van de Raad van Bestuur: ‘De
familie Wessels wilde Volker Wessels van de beurs halen en Rabobank wilde
die deal doen. En wie zou dat beter kunnen dan jij, want jij kent de familie’.
Ik heb toen Dik Wessels gebeld en hij vroeg of ik bij de wedstrijd van
Twente zou zijn in en tegen Heerenveen. In de rust hebben we in een kantoortje
gezeten en daar tekende hij de deal uit. Zondag heb ik het voorstel verder
uitgewerkt en maandagmorgen voor negen uur had ik fiat. Daaruit is een
relatie voortgekomen tussen de Rabobank en Wessels.” Na drie jaar Rabo
begint het te knellen. “Ik wilde carrière maken bij de bank, maar ik zag
dat de bank formeler werd waarbij processen en systemen het over gingen
nemen van mensen. Daar had ik minder mee.”
Eigenwijs
Op dat moment vraagt Dik Wessels hem om bij Reggeborgh directeur Arend
Vos op te volgen. “Een mooie tijd gehad, Reggefiber opgebouwd. Maar Reggeborgh
ging een andere koers varen en ik heb toen het besluit genomen om voor
mezelf te beginnen. Herman Hazewinkel, voormalig CEO van Volker Wessels
en niet uitvoerend bestuurder van Reggeborgh en Willem Bonvanie,, directielid
Friesland Bank Investment werden mede-partners. In een schuurtje op de
Josink Es zijn we Base Strategy and Finance begonnen. We deden advieswerk.
Er waren in 2012 veel bedrijven die uit de crisis kwamen, problemen hadden
en hierdoor ondergebracht werden bij de afdeling bijzonder beheer. Maar
na een jaar hebben we de conclusie getrokken dat we niet in de wieg waren
gelegd om te adviseren. We waren toch te eigenwijs en een ondernemer kun
je wel advies geven maar uiteindelijk bepaalt hij toch zijn eigen koers.
En dan zie je dat ze soms verkeerde keuzes maken omdat bijvoorbeeld een
familielid een andere mening heeft.”
Kennis, kunde en kapitaal
Arjan Hoop gooit het dan samen met zijn partners over een andere boeg: de naam wordt Quadrum Capital en er komt een nieuwe partner bij, Peter Oostenenk. Met eigen kapitaal wordt in 2013 en 2014 het eerste fonds opgezet. “Een relatief klein fonds van vijftien miljoen: private equity van een groep van twaalf ondernemers en oud-ondernemers, voornamelijk uit Twente. Die eerste stap was lastig, dat fonds bij elkaar brengen was niet gemakkelijk. Met die portefeuille hebben we in vijf bedrijven een belang genomen.” Geen bedrijven die zieltogend op de rug lagen, maar goede resultaten boekten, voegt hij er aan toe. “Kijk, het is voor heel veel ondernemers interessant om op deze manier een partner aan zijn zijde te hebben. Daarom is wat wij doen ook een grote industrie geworden. Er kunnen veel redenen zijn om een investeerder in huis te halen: om te groeien maar daar is vaak onvoldoende kapitaal voor beschikbaar. Of het is lonely at the top: ik wil wel grote stappen maken en het is prettiger om dat samen met een partner te doen. Het kan zijn dat iemand dertig jaar hard heeft gewerkt, een mooi bedrijf heeft en er voor kiest om een deel van het kapitaal veilig te stellen. Het is vaak een combinatie van redenen dat mensen zeggen: ik heb een zakelijke en een privéagenda en dan kan een deal met Quadrum aantrekkelijk zijn. Omdat je er een partner bij krijgt waar je altijd een beroep op kunt doen, waar kennis en kunde en kapitaal beschikbaar is en je jouw vermogen veilig kunt stellen. Veel ondernemers voelen zich comfortabel bij dit model.”
Ander profiel
Arjan Hoop begrijpt die ondernemers omdat hij zichzelf ook ondernemer voelt.
“We hebben dit met ons eigen geld opgebouwd. De eerste jaren is ons spaargeld
erin gegaan om de salarissen te betalen. Wij denken daarom ook als een
ondernemer. Dat verwijt of compliment krijgen wij nog wel eens. Een investeerder
denkt namelijk anders dan een ondernemer. We zijn investeerder maar denken
als een ondernemer. We hebben een ander profiel dan veel andere private
equity-bedrijven. We zijn verankerd in de regio en niet in de Randstad.
Als wij bij een ondernemer in Dwingeloo, Schijndel of Denekamp aan de tafel
zitten en er komen ook nog drie partijen uit Amsterdam langs, dan zit daar
een verschil in. Om het zo maar te noemen: de Zuidas-cultuur is een andere
cultuur dan de onze. Niet beter of slechter, maar anders. Dat spreekt mensen
aan: het aantal deals dat wij doen ligt hoog. We hebben vaak een voordeel
op onze collega’s in het westen. Een ander verschil is dat wij het enige
fonds van deze omvang zijn dat op deze manier gefund wordt: namelijk door
meer dan 150 ondernemers, voormalige ondernemers en vermogende families.
In zo’n eerste gesprek heb je daardoor al snel een connectie omdat mijn
collega’s in ons segment worden gefund door institutionele beleggers. Dat
is een ander profiel, een ondernemer heeft niets met een institutionele
belegger. Die ondernemer heeft niks met pensioenfonds X, Y of Z uit Amerika!
Maar als je zegt dat je 150 ondernemers uit Nederland vertegenwoordigd
die misschien voor jou ook nog wat kunnen betekenen, dan is het een heel
ander verhaal. De ondernemer en onderneming staan in ons denken centraal.
Logisch is dat niet, want een investeerder denkt vanuit zijn investering.
Kijk naar de Hema, een prachtig bedrijf. Daar ging Sun Capital, later Lion
Capital mee aan de haal. Die hebben dat bedrijf gestript. Leaseback-constructies,
volhangen met schulden, leningen die ze zelf verstrekten. Er is crimineel
omgegaan met die onderneming. Die kant van private equity, die Angelsaksische
kant, kijken hoe je het rendement van de investering kunt maximaliseren,
daar hebben wij niets mee. Wij redeneren fundamenteel andersom: we kijken
naar de onderneming en als het met de onderneming goed gaat, komen alle
stakeholders inclusief de investeerders wel aan hun trekken.”
De wind in de rug
De omgang met de investeerders kent een eigen dynamiek, weet Hoop: “Toen we State of the Art in portefeuille namen, was een aantal investeerders niet enthousiast: moeten we dat doen, zo’n kledingmerk. Andere investeerders vonden het prachtig: een keer wat anders. Daar moet je wel mee om kunnen gaan. We hebben nu een portefeuille van dertig bedrijven, dat zijn mooie gesprekken als je dat leuk vindt: het geknok met de ondernemer, welke kant gaan we op, hij wil iets wat wij niet willen of andersom. We hebben inmiddels een grote community met heel veel ondernemers: 150 investeerders en dertig bedrijven in de focus sectoren IT, healthcare, hightech, verpakkingen en agri en food. Dat is een netwerk op zich. Dat vliegwiel is in de laatste jaren op gang gekomen.” De bedrijven waarin Quadrum participeert zijn voornamelijk midmarket: twee tot acht miljoen bedrijfsresultaat. Ondernemingen die tot maximaal tien jaar in portefeuille worden gehouden. Het minimale bedrag waarmee investeerders in een fonds participeren is een miljoen euro. Een bedrag dat bij uitkering veelal is verdubbeld. Quadrum heeft de wind in de rug gehad, erkent Hoop. ”Nee, het heeft ons niet tegengezeten. We hebben een mooi team, met roots in de regio en die mentaliteit zie je terug. Dat geldt overigens ook voor onze vestiging in Woerden.” Hij laat niet na om Herman Hazewinkel te roemen: “Hij is een belangrijke factor. Zijn kennis en ervaring is enorm.” Hoewel Twente de ideale uitgangspositie is, heeft hij ook kritiek: “Er wordt hier slecht samengewerkt. Soms lijkt het wel of men elkaar de tent uitvecht. De ambities mogen over het algemeen wat hoger liggen.” Maar dat Quadrum vertrekt uit Twente is zeer onwaarschijnlijk, zegt Arjan Hoop tot slot: “Hier komt alles samen wat we altijd voor ogen hebben gehad. Een mooi bedrijf in een hoogwaardige industrie en geen dag hetzelfde. Wat ik mis? Ik zou het prachtig vinden als ook Twentse bedrijven eerst aan ons denken als ze een partner, een investeerder zoeken.”