Waar is iedereen?

Waar is iedereen?

Waar is iedereen gebleven? Veel ondernemers vragen zich dat af in hun zoektocht naar nieuwe medewerkers. Of het nu gaat om chauffeurs, IT’ers, managers; kennelijk zijn ze verdwenen. Of beter, opgelost in een mix van economische groei, andere wensen en normen en een verkeerd beleid. TOM ging op onderzoek met als conclusie: wen er maar aan, want de komende decennia is er nog geen oplossing.

Tjerry Verhoeven, portefeuillehouder arbeidsmarkt bij werkgeversorganisatie VNO-NCW hoeft niet lang na te denken wat de oorzaak is van het tekort aan personeel: “Dat er een krapte op de arbeidsmarkt zou ontstaan wisten we dertig jaar geleden al. De vergrijzing en het feit dat minder kinderen werden geboren is de oorzaak. We hebben daar al die jaren voor gewaarschuwd en wisten dat het probleem eraan kwam. Het punt is dat het nog redelijk goed gaat met de economie en veel bedrijven groeien nog altijd. Maar daar geldt ook het tekort aan mensen: er wordt niet in een nieuwe productielijn geinvesteerd omdat er geen operators beschikbaar zijn. En in veel gevallen zie je ook dat de eigenaar van een MKB-bedrijf meewerkt om de productie op gang te houden. In feite moet hij zich juist met andere zaken bezighouden.”

Denkers en doeners
Voorzitter Wim Boomkamp van TwenteBoard is niet per definitie pessimistisch: “Het is fijn dat er nog mensen zijn die met hun handen kunnen en willen werken. En de braindrain valt ook reuze mee. De kern van het probleem is dat er te weinig mensen zijn. Dat komt omdat enerzijds de economie is gegroeid en er meer werk is. En anderzijds omdat de vergrijzing is ingezet. Overigens is Twente daarin niet uniek. In andere regio’s in Nederland, maar bijvoorbeeld ook in Duitsland speelt hetzelfde probleem. Het is internationaal. We beschikken in onze regio over veel vakmanschap, want we moeten het ook kunnen maken. De denkers zijn er wel, maar we hebben nu vooral doeners nodig. In de techniek wisten we dat er een tekort aan vakmensen zou ontstaan. In 2010 waren er al te weinig leerlingen die daar voor kozen, in 2014 en 2018 ook. Dan weet je dat het fout kan gaan. Als TwenteBoard hebben we veel inspanningen gedaan om mensen die aan de zijlijn staan, weer aan het proces te laten deelnemen. Bijvoorbeeld door projecten voor een leven lang ontwikkelen. Maar het is niet meer alleen de technische sector, het speelt nu in alle sectoren, van horeca en IT tot onderwijs en de zorg.”

Kentering
Ook Verhoeven ziet het tekort aan mensen in de techniek als een dreiging: “We hebben op dit moment keihard technische mensen nodig op MBO-niveau. Het is daarom een goede zaak dat het imago beter is dan jaren geleden en er een goede beloning is voor mensen in de techniek. Niet voor niets zie je dat de bouw veel zijinstromers kent. Mensen willen iets doen met hun handen, aan het einde van de dag kunnen zien wat ze gemaakt hebben.” De oud-collegevoorzitter van Saxion ziet zeker mogelijkheden om het tij te keren: “Als TwenteBoard denken we na om op een frisse en onorthodoxe manier het tekort aan te pakken. Op een andere manier naar de problemen te kijken. Want linksom of rechtsom, het tekort aan mensen moet worden opgelost.” In dat opzicht betreurt hij dat juist de overheid een rem heeft gezet op de komst van buitenlandse studenten. “Ik snap dat je zegt: we nemen geen buitenlandse studenten op die hier psychologie komen studeren en vervolgens weer vertrekken. Maar als er een buitenlandse student technische natuurkunde aan Saxion of de UT wil studeren, dan moet dat mogelijk zijn.” Hij vervolgt: “Wat je in Eindhoven ziet is dat de stayrate, buitenlandse studenten die blijven na hun studie en daar gaan werken, hoger ligt dan bij ons in Twente. Eindhoven straalt veel meer een internationaal klimaat uit. Dat heeft Twente minder. Terwijl hier toch prachtige, internationaal georienteerde bedrijven zitten: Sensata, Thales, Demcon.”

Leven lang ontwikkelen
Wim Boomkamp weet dat het imago niet van vandaag op morgen kan worden bijgesteld. “Maar we kunnen nog meer effort steken in een leven lang ontwikkelen. Daar is de eerste winst te halen. Benut het talent dat er is, zorg dat mensen worden begeleid naar goed passend werk. En daarnaast moeten we verder digitaliseren zodat er minder mensen nodig zijn.” Er is zeker een rol voor de overheid weggelegd: “Er zouden minder belemmeringen moeten zijn. Er wonen hier hoogopgeleide mensen uit het buitenland, maar die moeten afwachten wat voor status ze krijgen. Er zijn dus wel mensen maar die mogen niet werken. Dat is voor iedereen frustrerend.” Een andere is studenten meer motiveren om een hogere opleiding door te stromen “Van VMBO naar MBO en dan het HBO. Die route kan.” Er is nog een meer maatschappelijke oorzaak van het tekort aan mensen. De jongere generaties hanteren andere normen wat betreft de verhouding tussen werk en prive. Dat uit zich in papadagen en vierdaagse werkweken. Tjerry Verhoeven: “Deeltijdbanen betekenen dat je voor twee functies drie mensen nodig hebt om de continuÏteit te behouden. Werk moet je belonen. Zorg dat je incentives hebt om deeltijdwerk terug te dringen, zorg dat het echt lonend is om fulltime te werken. Nu is dat niet zo: belasting betalen is nodig maar je moet als je meer werkt ook netto meer overhouden. En zorg voor meer kinderopvang. Ook het feit dat je werkgever je autonomie geeft werkt mee om mensen te behouden.” Een andere oplossing is digitalisering, vervolgt de arbeidsdeskundige: “Dit is wel het moment dat je met behulp van Artificial Intelligence taken kunt overdragen. Angst daarvoor is onnodig: technologie vervangt niet jou, maar wel wat je doet.” En zegt Tjerry Verhoeven van VNO-NCW tot slot: “Ondernemen is in deze tijd niet makkelijk en  qua personeel blijft het volgens cijfers van het CBS zeker nog twee tot drie decennia. Personeelstekorten, crisis, duurzaamheid en circulariteit; het komt allemaal tegelijk. Wat mij betreft verdienen ondernemers daarom applaus omdat ze de droom van het eigen bedrijf blijven navolgen.” ”Een ding is zeker, besluit Wim Boomkamp: “We moeten onze regio nog aantrekkelijker maken. Dat kan. Kijk naar Dennis Schipper van Demcon. Een boegbeeld voor Twente omdat hij zich zowel economisch als maatschappelijk inzet voor een goed woon- en werkklimaat. Een voorbeeld voor veel andere bedrijven.”

Faalangst wegnemen
Omscholen, nascholen, een leven lang leren. Het wordt als een belangrijke bijdrage gezien om de missmatch die er nu vaak is tussen opleiding en de vraag naar werknemers op te lossen. Edwin Kamp, naast manager bij het ROC van Twente ook manager van het Twents Fonds voor Vakmanschap, weet er alles van. Met speciale vouchers tot een hoogte van maximaal 2.500 euro motiveert het fonds mensen om verder door te leren. Opnieuw in de schoolbanken als je al vijftien jaar gewerkt hebt. Het valt niet mee, weet Edwin Kamp: “Wat je in de praktijk ziet is dat er op MBO-niveau niet zoveel animo is om bij te scholen. Vaak is geld een drempel maar ook wordt het niet altijd aangeboden door de werkgever. Of er is de angst of schaamte dat je moet vertellen dat je het niet hebt gehaald.” Met het Twents Fonds voor Vakmanschap wil Kamp die drempels wegnemen: “We verstrekken vouchers aan mensen die aan bij-of omscholing willen doen. Die, kortom, een stap willen maken in hun baan. En dat is zeker nu nodig.” Het tekort aan handen in sectoren als techniek en productie, IT, zorg en logistiek is oplosbaar, zegt de fondsmanager: “Er staan namelijk best veel mensen aan de kant. Die hebben niet de juiste opleiding gevolgd met een missmatch tot gevolg. Er zijn nog veel traditionele patronen: de man werkt fulltime, de vrouw parttime en doet de huishouding en past op de kinderen. Toch kan het anders en daar hebben we mooie voorbeelden van. Iemand meldde zich hier die al jaren bij de Etos werkte met de wens om doktersassistente te worden. Dat hebben we gehonoreerd.”

Twentse workforce
Het niveau van de Twentse workforce moet omhoog. Feitelijk is dat de boodschap, zegt Edwin Kamp: “Er moet een kwalitatieve impuls zijn, mensen breder of hoger ontwikkelen. Dat doen we niet alleen met ons fonds, maar ook via loopbaangesprekken met het Leerwerkloket Twente of het Loopbaanstation. Zij beschikken over loopbaanconsulenten en kunnen mensen adviseren en motiveren. Want veel mensen hebben faalangst: kun je het wel, wat zijn fiscale gevolgen. Met de consulenten wordt daar over gepraat.” Heeft de kandidaat die hordes genomen, zorgt het Twents Fonds voor Vakmanschap dat de voucher beschikbaar komt. Enige eis is dat de helft van de opleidingskosten uit eigen zak of door de werkgever wordt betaald. Voor het overige komt de financiering van de vouchers vanuit de veertien Twentse , de provincie Overijssel, het rijk en gelden vanuit Brussel. Edwin Kamp hoopt tot slot dat werkgevers hun werknemers nog meer aanzetten er gebruik van te maken. “Ondernemers staan onder druk en leven vaak bij de waan van de dag. En iedereen is nodig om de productie op peil te houden, dus tijd voor bijscholing is er niet altijd. Toch zal dat moeten willen we in Twente goed opgeleide mensen behouden.”Tjerry Verhoeven. Wim

>
>
>
Elferink & Kortier