Twentse economie in 2023: weinig is voorspelbaar, samenwerken nodig
De toekomst voorspellen valt niet mee. Zeker in onzekere tijden als nu, waarbij de inval van Rusland in Oekraïne de katalysator is gebleken om de wereldwijde economie te laten kapseizen. Toch probeert TOM aan de vooravond van een nieuw jaar wat licht en hoop te vinden in het koffiedik. Met deskundigen, die ieder een eigen visie en overtuiging hebben: Michel ten Hag, voorzitter van VNO-NCW Twente, Michiel Flooren, lector Regio-Ontwikkeling en Jacques Bazen, docent/onderzoeker en beiden verbonden aan Saxion en gedeputeerde Eddy van Hijum.
Als er iemand is die regelmatig de barometer van de Twentse economie bestudeert is dat Michel ten Hag. Niet alleen als directievoorzitter van Ten Hag Makelaars & Financiële Dienstverleningsgroep maar ook als voorzitter van VNO-NCW Twente, een functie die hij sinds 2020 bekleedt. Terugkijkend constateert ten Hag dat 2022 mooi begon: “Maar toen kwam de oorlog in Oekraïne met beperkte beschikbaarheid van energie en grondstoffen en inflatie tot gevolg. Consumentenbestedingen zijn omlaag gegaan omdat mensen op hun liquiditeit zitten. Het prijsniveau is enorm gestegen, net als in de voorbije periode met kapitaalgoederen, zoals woningen en aandelen: ook een vorm van inflatie.” Dat wil allemaal nog niet zeggen dat het erg slecht gaat met de Twentse economie, vervolgt Ten Hag: “Nee, nu gaat het ondanks alles nog goed en dat loopt nog wel door tot in het komende jaar. Maar daarna, komen er dan nog opdrachten bij. Kijk, van invloed is of er wel of geen einde komt aan de oorlog. Wordt de vrede getekend, dan zou je kunnen denken dat het een korte economische hick up is geweest. Maar zover is het nog niet. Nu gaat het vooral om de beschikbaarheid van energie, chips en printplaten; allemaal zaken die wij zelf in handen moeten hebben.” Er speelt hierbij nog een andere factor, namelijk het arbeidstekort. “Dat is nu een probleem, maar we moeten de mensen ook aan het werk houden. Iedereen kijkt naar de eigen portemonnee en door werk kan de terugkeer van de consumentenbestedingen worden bewerkstelligd.” Hij realiseert zich dat het betalen van uitgestelde belasting en terugbetalen van de NOW een zware wissel trekt op bedrijven. “Maar dat hebben de bedrijven kunnen zien aankomen. Het biedt ook weer nieuwe kansen, want ondernemers in het kleinbedrijf zijn flexibel en kunnen snel weer opstarten; met hun bestaande bedrijf of in een andere branche.” Om juist de middenstand te steunen ziet Ten Hag brood in een eenmalige netto-netto uitkering. “De twee keer 190 euro bijdrage voor de energielasten is prima. Maar de overheid zou het bedrijfsleven als een soort uitkeringsinstantie kunnen inzetten om een eenmalige uitkering van bijvoorbeeld duizend euro te doen. Ik denk dat het zou helpen om de lasten te verlichten en de consumentenbestedingen een impuls te geven.” En dan tot slot nog één vraag: hoe ziet de VNO-NCW-bestuurder de ontwikkelingen in 2023? “Tja, de overheid is niet in staat om iets op te lossen. De regering kijkt te verkokerd naar de politieke problemen en daarom hebben we een aantal dingen niet goed voor elkaar én is er geen samenhang in het beleid. Op dit moment en met alle onzekere factoren kan ik alleen maar concluderen dat er weinig voorspelbaarheid is.”
Mondiale ontwikkelingen
Jacques Bazen is als docent/onderzoeker verbonden aan het lectoraat Regio-ontwikkeling van Saxion en onderzoekt de mogelijkheden van ondernemerschap in de regio en het inzetten van bepaalde vestigingsfactoren. Bazen focust voornamelijk op de ontwikkeling van de spin-offs, een belangrijke graadmeter voor de economie: “De laatste jaren zag je een toename, maar nu zitten we in een periode waarin het minder aantrekkelijk is om een spin-off te beginnen.” Het is een gevolg van mondiale ontwikkelingen, vervolgt hij: “Economen verwachten een verdere afkoeling en de vraag naar grondstoffen en producten zal afnemen. Maar tegelijkertijd betekent het dat de situatie zich enigszins zal stabiliseren. Collega’s zien een daling van de vrachttarieven. Dat is geen positief signaal voor de totale economie, maar wel dat leveringsproblemen minder worden. Er is minder druk op de markt en daardoor makkelijker om je container met spullen naar hier te krijgen. Wat dat betreft verwacht men in 2023 minder issues met toelevering. En als de toeleveringsproblemen afnemen is dat gunstig voor de productiviteit.” De maakindustrie in Twente wordt vaak op het schild gehesen als de grote motor van de Twentse economie. Bazen ziet dat anders: “Daar zit niet meer de grootste groei, dat is nu de IT. Het is niet zo dat die groei zich alleen in Twente afspeelt, het is een landelijk fenomeen. De IT-sector leeft bij de gratie van klanten in de regio, in de business to business. Als het slecht gaat met de industrie en andere stuwende vormen van bedrijvigheid dan gaat het met de lokale IT-bedrijven niet goed. Toch zijn er nog voldoende bedrijfsprocessen in de maakindustrie die geautomatiseerd en geoptimaliseerd kunnen worden en is de IT-sector vooralsnog een veilige sector, al is er wel een arbeidstekort.” Dat baart hem zorgen: “De komende tien jaar gaat zo’n twintig procent van de Twentse werknemers met pensioen. Dat wordt aan de onderkant niet opgevangen. Die vergrijzing is een structureel probleem in deze regio. Op de korte termijn, als we twee of drie jaar in een recessie blijven, zal het wel meevallen, het aantal arbeidsplaatsen neemt dan af. Maar op de langere termijn zijn er simpelweg te weinig handjes.” Tot slot de kernvraag: hoe ziet Bazen de nabije toekomst? “Nou, op de ontwikkelingen in 2023, daar ben ik niet gerust op. Aan de andere kant, ondanks de moeilijkheden denk ik dat de sterke sociaal-culturele structuren en netwerken en het ons kent ons-gevoel dat we hier in Twente hebben, de schade relatief beperkt kan houden. Laten we hopen dat ondernemers elkaar opzoeken en elkaar er doorheen proberen te trekken.”
Krachtig reageren
Dat sluit aan op de visie van Michiel Flooren, Lector Regioontwikkeling van Saxion: “Het aantal ondernemersnetwerken en de multiple helix, dus de kennisinstellingen, ondernemingen en overheid, is in Twente in vergelijking met andere regio’s als de Veluwe, de Achterhoek en de regio Arnhem-Nijmegen bovengemiddeld sterk. Mede daardoor kan de Twentse maakindustrie krachtig reageren in dat business ecosysteem.” Niettemin, een deel van het MKB - ‘de banenmotor voor de toekomst’ - blijft steken in robotisering, mechatronica, digitalisering, circulariteit en inclusiviteit, zegt Flooren: ”Je moet concluderen dat het MKB achterloopt in die transities.” Positief is dat bedrijven meer samenwerken en als het ware samen een grote multinational vormen. “Wat vroeger een bedrijf deed, wordt nu verdeeld over vier of vijf bedrijven. Zo kun je een wereldspeler worden. Samenwerken zit in de harten van de Twentse ondernemers. Net als het informele zakendoen.” Tot slot de vraag: hoe ziet de lector 2023 voor zich? “We worden nu geconfronteerd met enorme transities op het gebied van energie en de effecten van de ellende in het oosten, maar ik ben voorzichtig positief omdat het Twentse netwerk, de kennis en die samenwerking, het elkaar kennen, een voordeel is ten opzichte van andere oostelijke regio’s. Kennis en samenwerking biedt potentie en dat maakt deze regio krachtig.”
“Vertrouwen op veerkracht”
Met economie en financiën in zijn portefeuille maakt Eddy van Hijum inmiddels acht jaar deel uit van de Gedeputeerde Staten. Een periode waarin hij geconfronteerd werd met lichte en zware turbulentie in de economische ontwikkeling van oostelijk Nederland. Ook nu is er die turbulentie, zegt hij: “We gaan van de ene crisis naar een volgende hoogtepunt. Na corona ging het pijlsnel, met een historisch lage werkloosheid. Maar nu zijn er weer veel uitdagingen: inflatie, energie, een arbeidstekort. De maakindustrie die naast kosten voor energie geconfronteerd wordt met schaarste in grondstoffen. En het ene bedrijf kan de gevolgen van de inflatie beter doorberekenen dan het andere.” Kommer en kwel dus? Dat gaat Van Hijum te ver: “Ik vertrouw op de veerkracht van het Twentse bedrijfsleven, dat zich er doorheen worstelt. Er is een mentaliteit van ‘wat kunnen we doen om elkaar te steunen’.” Bedrijven zijn kwetsbaar, zegt Van Hijum: “Omdat wij als land energie en grondstoffen moeten importeren. Maar we helpen ze om minder kwetsbaar te worden door onder meer over te schakelen naar duurzame energiebronnen en hergebruik van schaarse materialen.” Onderwijs, opleiden en omscholen van werklozen, aantrekken van talent naar de regio en met bestaand personeel slimmer en productiever werken, zijn belangrijk. Evenals het aantrekken van fondsen: van Innovatiefonds tot Energiefonds en de Herstructureringsmaatschappij Overijssel voor de aanpak bedrijventerreinen. “We slagen er steeds beter in om fondsen op nationaal en Europees niveau aan te boren voor Twentse projecten, zoals circulaire textiel, investeringen in hightech en fotonica en Europese fondsen voor onder andere medische technologie.” Eddy van Hijum laat zich door de actuele problemen niet uit het veld slaan: “Het kan zorgelijk zijn voor de individuele ondernemer, maar toch ben ik ook in deze turbulente tijd optimistisch. Dat is gebaseerd op de veerkracht van het Twentse bedrijfsleven. En niet te vergeten de familiebedrijven, die in Twente een belangrijke factor vormen. We hebben dit soort schommelingen in de economie vaker zien gebeuren en telkens toch weer de bedreigingen weten te overleven. Ja, er zullen ook pijnlijke keuzes gemaakt moeten worden maar er zijn voldoende aanknopingspunten voor goede groei.”