Domijn koerst op deelgeverschap
Samen met partnerorganisaties staan woningcorporaties momenteel in het oog van een aantal maatschappelijke orkanen. Hoe deze te bedwingen? Dat is een vraag waar, directeur-bestuurder van woningcorporatie Domijn en voorzitter van WoON Twente, zich dagelijks mee bezighoudt. Met een duidelijke visie op samenwerking en innovatie zet zij zich samen met collega’s in om huurders een fijn, duurzaam en betaalbaar thuis te bieden.
“We zien momenteel een complexe puzzel aan vraagstukken: een groeiend tekort aan woningen, waarbij ook de betaalbaarheid enorm onder druk staat. De steeds nijpender wordende noodzaak om duurzamer te wonen en leven. Niet alleen om klimaatverandering te stoppen. Maar zeker ook om huurders te helpen hun energierekening zo laag mogelijk te houden in de huidige energiecrisis. Ook leefbaarheid in de wijken hoort bij die vraagstukken. We zien dat die steeds meer onder druk staat,” vertelt Wilma van Ingen. “Die puzzel kan alleen in zijn geheel gelegd worden, omdat alles met elkaar samenhangt. Bouwen, verduurzamen en leefbaarheid kun je niet los van elkaar zien. Dat maakt het samen met tijdsdruk en schaarste aan mensen, materialen en financiële middelen, echt uitdagend.”
Meer investeringsruimte
Daar waar opgaven voorheen lokaal werden afgestemd in prestatieafspraken tussen gemeente, huurdersvereniging en corporatie, stuurt minister De Jonge nu meer aan. De afschaffing van de verhuurderheffing geeft corporaties substantieel meer investeringsruimte. Daar staan extra prestatieafspraken per provincie tegenover, waar gemeenten en woningbouwcorporaties de komende jaren invulling aan geven. Voor de Twentse corporaties betekent dit, dat ze tot 2028 ruim 6.000 extra woningen bouwen waarvan vijfhonderd flexwoningen. En ook op het vlak van verduurzaming versnellen ze flink: vóór 2028 zijn alle E, F en G energielabels verdwenen, krijgen zo’n 3.000 woningen duurzame installaties en krijgen ruim 10.000 woningen zonnepanelen. “Naast die duidelijke taakstelling, zijn er ook randvoorwaarden afgesproken. Zoals rijksmiddelen, personele capaciteit en snellere procedures.” gaat Van Ingen verder. “Zelfs dan blijft het een grote uitdaging! Dat geldt overigens niet alleen voor ons. Maar voor alle partijen die een rol spelen in die complexe puzzel. En hoe je het ook wendt of keert: de vraagstukken waar we nu mee kampen, lost niemand alleen op. Daar ligt óók een uitdaging.”
Innovatie
Want, als je het niet alleen kan: hoe kom je dan met al die betrokken partijen snel tot oplossingen en die broodnodige innovaties? Daar hebben de directeur-bestuurder en haar collega’s een duidelijke visie op. “Voor Domijn begint innovatie níet met techniek maar met mensen en samenwerking. Binnen onze organisatie, maar zeker ook daarbuiten, met onze partners,” Van Ingen legt uit dat het voor Domijn gaat om mensen en organisaties die vanuit passie en bevlogenheid bij willen dragen aan maatschappelijke taken die er liggen. Die ook de moed en vrijheid voelen om daarin te pionieren. En weten én accepteren dat dat vaak lukt… en soms niet. “Maar om échte innovatie te starten, is nog iets heel anders nodig,” zegt Wilma van Ingen met een brede glimlach. “En dat is erkennen dat je niet alles weet. Dat lijkt zo simpel. Maar juist als je díe kwetsbaarheid durft te tonen en op zoek gaat naar iemand die het wel weet, dan sta je voor een heel bijzondere samenwerking. Dat is hoe we vanuit Domijn graag werken en waar we steeds naar op zoek zijn samen met bestaande en nieuwe partners.” De samenwerking waar de directeur-bestuurder van Domijn op doelt heet ‘deelgeverschap’. “Echt een andere manier van samenwerken dan we tot nu toe kennen. Het betekent dat alle partijen dát geven wat nodig is om het geheel - de maatschappij waar je zelf deel van uitmaakt en ook verantwoordelijk voor bent - beter te maken. De dingen die je daarvoor doet, gaan soms echt verder dan je tot nu toe gewend was.”
Vertrouwen en betrokkenheid
Dat dit deelgeven niet alleen een ideologische gedachte is, maar in de praktijk ook werkt, werd al in een aantal succesvolle samenwerkingen bewezen. Zoals de coalitie in Buurt de Posten. Gemeente, corporatie en De Posten werken hier bijvoorbeeld samen om een multifunctionele ontmoetingsruimte te maken. Zodat ontmoeting en leefbaarheid in deze bijzondere buurt een impuls krijgen. “Alleen kunnen we dat geen van allen. Maar samen wel. Omdat het innovatief is, hebben we als brugman gepraat bij politiek en stakeholders. We helpen elkaar als iets niet lukt, of lastig is. Dat vraagt vertrouwen en betrokkenheid. Maar dat doe je graag, omdat je samen echt verder komt dan alleen. Dit is een lopend proces.” Een ander goed voorbeeld is de zoektocht met Dura Vermeer naar een nieuwe bouwmethode voor betaalbare, duurzame appartementen. “De bouwkosten voor appartementencomplexen zijn tegenwoordig zo hoog, dat het voor corporaties bijna onmogelijk is om betaalbaar aanbod voor de sociale huur te bouwen. Samen met Dura Vermeer gingen we hiermee aan de slag. Zonder vooraf de uitkomst te weten.” De corporatie en ondernemende bouwer gingen een intensief traject in. Alle kaarten gingen van de borst, tot aan bedrijfsmodellen en -strategieën toe. Ook de traditionele manier van bouwen werd volledig losgelaten. Alles om écht die stap vooruit te zetten. Het resultaat? Een snelle, betaalbare én duurzame bouwmethode voor appartementencomplexen. Dura Vermeer doopte het ‘Blokje Omhoog’. De pilot staat in Losser: seniorencomplex De Lange School van Domijn. De ambitie bij Wilma van Ingen is groot: “De maatschappelijke uitdagingen zijn enorm. Dat vraagt gewoon om ‘samen’. Deelgeverschap werkt! Wat de één niet kan, doet een ander. Wat de een niet weet, weet een ander. Ik nodig iedereen uit om dit te proberen en mee te doen. Twente is er bij uitstek geschikt voor. Samen d’r an!”