Arnold Poelstra van EY: "Investeren in Twentse innovatie blijft hard nodig"
Shareholdersvalue beperkt innovatie
Investeringen te laag
Er is in Twente nog altijd te weinig animo om te investeren in startende bedrijven. Zowel banken, investeringsmaatschappijen en private geldschieters zien kennelijk nog teveel beren op de weg om Twentse start-ups een goede kans te bieden. Bovendien werken ondernemers in Twente te weinig samen en daar waar er ambitie is vertrekken mensen naar elders. Het blijft voor Arnold Poelstra, belastingadviseur en partner bij EY, een doorn in het oog. “Het landschap van investeerders is verbrokkeld.”
Niet dat Arnold Poelstra een negatief beeld wil verspreiden maar qua innovatie - in alle facetten - mag er nog wel wat gebeuren. Gevraagd naar wie dat zou kunnen oppakken verwijst hij naar Elon Musk: “We hebben altijd baanbrekende figuren gekend die grote uitvindingen deden. Trouwens de allergrootste uitvinding is de boekdrukkunst. Daarmee werd iedereen in staat gesteld om kennis tot zich te nemen. Dat is echt baanbrekend geweest. Nu zou je Elon Musk in dat rijtje kunnen plaatsen. Hij heeft een plan, wil baanbrekend zijn.” Maar niet baanbrekend genoeg, voegt de EY-partner eraan toe: “We hebben nog altijd een tweedeling in de wereld en er is altijd ergens hongersnood.”
Productiviteit
Op Nederlands niveau zijn er weliswaar geen voedseltekorten maar openbaart
zich een andere problematiek: “We zijn in de laatste decennia van zes dagen
per week werken teruggegaan naar vier dagen. Toen het vijf dagen werd zei
iedereen ‘dat kan nooit goedgaan’. Inmiddels is vier dagen werken al normaal,
terwijl wij als Nederland qua productiviteit onderaan bungelen in Europa
en er een tekort aan mensen is en banen niet ingevuld kunnen worden. Ik
denk dat een herverdeling van werk en capaciteiten noodzakelijk is. Natuurlijk
gaan er banen verdwijnen maar dat is van alle tijden. Er komen ook weer
banen bij. Niet in alle gevallen trouwens. We hebben nu programmeurs nodig;
straks wordt dat werk overgenomen door de software zelf, die zo slim en
intelligent is geworden. Ik zie het ook in ons werk: de automatisering
zet zo sterk door dat je het aan de software kunt overlaten.”
Duurzame wereld
Terugkomend op briljante en creatieve denkers is Arnold Poelstra ervan
overtuigd dat er altijd weer een grote geest opstaat die andersom denkt.
“En dat zal ook moeten want we zijn nog steeds niet in staat om een duurzame
wereld te creëren. Ten dele komt dat omdat we nog altijd in de ijzeren
greep van shareholdersvalue zitten. Een waargebeurd voorbeeld: iemand had
een volledig nieuw en duurzaam concept bedacht voor een wasmachine. Minder
waterverbruik etc. Hij heeft met dat innovatieve idee langs de fabrikanten
van wasmachines moeten leuren, maar geen enkele partij bleek geïnteresseerd.
De werkelijke reden was dat het bestaande concept van een wasmachine nog
niet aan het einde van de lifecycle was. Zo houd je dus innovatie en verandering
tegen. En deels is dat ook een vorm van egoïsme. Verander is opgebouwd
uit twee woorden: ‘ver’ want het is ver van mijn bed. En ‘ander’: laat
anderen het maar doen. Die mentaliteit houdt innovatie tegen.” Ook in Twente,
vindt Poelstra: “Natuurlijk is er hier innovatie. Niet voor niets dat het
onderzoek op het terrein van fotonica een flinke financiële injectie krijgt.
Maar toch vind ik dat het in onze regio niet snel genoeg gaat. Kijk naar
Eindhoven: ASML, NXP. En wat komt er hiervandaan. Zeker, er is wel innovatie
maar we horen er te weinig over.” Hij constateert overigens dat start-ups,
maar ook gevestigde bedrijven in de regio, lang doorgaan met het doorontwikkelen
van een idee of product. “Het is nooit goed genoeg, dat gevoel krijg ik
wel eens. Ik snap het ook wel, want het vereist lef om een product aan
de markt te presenteren. Maar elders proef ik toch iets meer van: ‘Nou,
in godsnaam doen we het maar’. Die lef hebben we hier niet.”
Terughoudend
Maar dat is niet het enige dat de innovatieve daadkracht in de regio
belemmerd. Poelstra zegt het kort en krachtig: “We geven er ook niet veel
geld aan uit. Ook investeringsmaatschappijen zijn in dat opzicht te terughoudend.
En bankiers zijn sowieso risico-avers. Dat blijft dus lastig: meestal wil
men nog wel meegaan in de eerste financieringsronde, maar in de tweede
ronde moet een beroep worden gedaan op ‘friends, family and fools’. Het
landschap van investeerders is te verbrokkeld. Het duurt te lang en dat
remt af. Ook weer met het gevolg dat de briljante geesten met ambitie de
streek verlaten.” Uitzonderingen zijn er uiteraard wel. “Demcon is een
voorbeeld hoe het zou moeten. Daar rijgt men de talentvolle starters aan
elkaar, biedt ze onderdak. Het is een manier van werken die meer partijen
zouden moeten doen. Er gebeurt hier best wel wat maar we zien het te weinig.”
Een oplossing ligt voor de hand, volgens hem: “Ondernemers moeten hier
gewoon meer samenwerken. Ik snap dat dat lastig is want we hebben hier
veel maakindustrie, veelal toeleveranciers. We zien hier dus eigenlijk
nooit een eindproduct. Maar toch: als ondernemers nu eens met elkaar in
gesprek gaan over de mogelijkheden. Om bijvoorbeeld met elkaar een paar
ton op tafel te leggen voor een innovatie. In plaats van dat ze dat in
weer een vastgoedprojectje steken. Dan zou het landschap er al anders uitzien.”
Ook de universiteit en zeker de alumni zouden daar een rol bij kunnen spelen.
“Dennis Schipper van Demcon neemt daar wel een rol op zich. Hij ziet ook
in dat alumni belangrijk zijn en waardeert Twente”, aldus Arnold Poelstra
die tot slot stelt: “Waarom is er hier nooit een Booking.com 2.0 ontstaan?
Die vraag zouden we eens met elkaar moeten beantwoorden!”
Duiding
Arnold Poelstra zwaait een dezer dagen af als partner bij EY. Hij wordt
zestig en dan is het usance bij EY dat je de nieuwe talenten een kans geeft.
Met enige regelmaat heeft hij in TOM zijn denkbeelden over Twente en de
Twentse economie en maatschappij geventileerd en daarvoor namens alle lezers
onze dank. Overigens mag zeker niet worden uitgesloten dat ook in de toekomst
Arnold wel weer eens om enige duiding zal worden gevraagd. Stilzitten op
je zestigste is immers ook niet alles…
Tekst: Erwin Gevers
Fotografie: Frank Visschedijk