De passie van Bernard Koning

De passie van Bernard Koning

“Na veertig kilometer naar de gallemiezen” 

Iedere ondernemer heeft naast zijn dagelijkse besognes wel een hobby. Vaak een hobby die uitmondt in een passie. Dat geldt ook voor Bernard Koning van EURORISK in Hengelo. Als ‘pensioenverbeteraar’ behoort hij tot een select gezelschap van zo’n 500 financiële adviseurs met kennis over de oudedagsvoorziening voor ondernemers, zowel in privé als een collectief pensioen voor de medewerkers. In wielrennen heeft hij zijn passie gevonden: “Het is een uitlaatklep.” 

“Veel is maatwerk”, zegt Koning in het kantoor in hartje Hengelo: “Dat geldt zowel voor de DGA, die ik adviseer op het gebied van financiële planning als een collectief pensioen voor de werknemers van de onderneming.” Wie denkt dat het metier van pensioenen en financiële planning een kalm voortkabbelende bezigheid is, slaat de plank mis. Zeker nu de nieuwe Pensioenwet per 1 juli is ingegaan is het vak veranderd in een woeste stroom van aanpassingen, maatwerk en dossiers opnieuw samenstellen en vooral: veel lezen om bij te blijven in vakkennis. “Je hebt te maken met veel wijzigingen. Alle pensioenregelingen moeten in 2028 zijn aangepast aan de nieuwe regelgeving waarbij het belangrijkste verschil met het huidige stelsel is dat we sparen voor een persoonlijk potje-voor-later in plaats van de bekende collectieve grote hoop waarbij iedereen binnen een pensioenfonds hetzelfde kreeg. In het nieuwe stelsel bouw je individueel pensioen op bij je eigen pensioenuitvoerder.” Alle polissen, contracten en afspraken doorspitten is geen sinecure. Bernard Koning blijft het niettemin een mooi vak vinden: “Maar de regelgeving is helaas doorgeslagen. Het is al geen sexy vak, maar al die regels helpen niet om het aantrekkelijker te maken. Je krijgt geen mensen voor ons vak en dat is zorgelijk. Er gaan veel mensen met pensioen, dus hebben we experts nodig.” Mede daarom heeft een aantal partijen de handen ineengeslagen om met Saxion een vakopleiding in te richten. Koning is daarbij betrokken.

Fietsvuur
In zijn vrije tijd is de pensioenverbeteraar -“adviseur vind ik negatief, daar zit het woord zeur in”- met grote regelmaat op de fiets te vinden. “Vroeger had ik wel veel gefietst: op mijn twaalfde, dertiende ging ik naar familie. Ik schroefde een plank op de bagagedrager waar de tas op stond, en dan met een lijstje met plaatsnamen van de route op pad.” In 2017 wakkerder het fietsvuur weer aan: hij kocht een fatsoenlijke racefiets en begon: “We woonden toen nog in Vroomshoop. Daar was geen fietsclubje. Twee jaar later verhuisden we naar Hengelo en daar sloot ik aan bij een groepje wielrenners: mijn fiets hing toen in de schuur en de vader van een vriendinnetje van onze dochter vroeg om een keer mee te gaan. In maart 2020 was het zover: ik mee met die mannen. Het was maar veertig kilometer maar ik was helemaal naar de gallemiezen. We maakten een stop en ze hebben mij met krentenwegge weer op de been gekregen…” Als training bleek corona op dat moment een uitkomst: “Er was weinig te doen in die periode, ik heb toen veel gefietst.”

Uitlaatklep
Inmiddels weet hij waar qua fietsen zijn passie ligt: in de bergen. Het begon met de beklimming van de Stelvio: met een maximale stijging van veertien procent, 1.832 klimmeters en achtenveertig haarspeldbochten omhoog naar een hoogte van 2.757 meter, een van de zwaarste beklimmingen in Europa en een psychische marteling. Geen heuvel voor watjes dus en dat heeft hij geweten: “Ik had daarvoor al getraind in de Vogezen, maar ik was helemaal kapot.” Een andere uitdaging ging hij aan met Frederik, zijn broertje en ‘een betere wielrenner’. “Het begon als grapje: binnen 24 uur vijfhonderd kilometer fietsen. Van het een kwam het ander: dan moet er ook een goed doel aan worden verbonden. Dat werd het Prinses Beatrix Ziekenhuis. Mijn zusje is ambassadrice en haar zoontje is er genezen van chronische leukemie. Dat werd het goede doel. En… we hadden bij de finish nog een half uur over!”

Fietsen is voor Koning een uitlaatklep geworden. Geen verslaving of heilig moeten, maar wel het hoofd leegfietsen. Hoewel: “Het biedt ook de mogelijkheid om rustig over dingen na te denken. Zeker, ook over het werk. Ik heb in het kader van de nieuwe pensioenwet al fietsend menig dossier uitgedacht.”

Naast de trainingsrondjes in de regio, een uitstapje naar Limburg voor de Amstel Gold Race heeft Koning met zijn kameraden al stevige kuitenbijters gereden. Op zijn telefoon heeft hij een lijstje met bijzondere cols die nog beklommen moeten worden. Uiteraard de Mont Ventoux maar ook minder bekende passen zoals de Ötztaler Gletscherstrasse, de Pico Veleta in de Spaanse Sierra Nevada en de Col de la Bonette in de Franse Alpen. Een deadline voor al die beklimmingen heeft hij niet, zegt Bernard Koning tot slot: “Ik ben een eigenwijze donder en moet een zekere vrijheid hebben. Er is geen vast stramien, niet qua trainen en ook niet wat beklimmingen betreft. Het is en blijft een uitlaatklep.”

>
>
>
Elferink & Kortier