Drone-professor Abeje Mersha
De kracht van verbinding, vanuit de lucht én van binnenuit
Op het eerste gezicht oogt hij bescheiden. Vriendelijke glimlach, zachte stem, heldere blik. Maar vergis je niet: Abeje Mersha (41), alom bekend staand als ‘drone-professor van Nederland’, is een gedreven aanjager van innovatie, een verbinder pur sang en een man met een missie. Vanuit zijn rol als lector bij Saxion Hogeschool in Enschede werkt hij niet alleen aan geavanceerde technologie, maar bovenal aan vertrouwen, binding en maatschappelijke vooruitgang. “Als we van Enschede dé dronehoofdstad van Europa willen maken, moeten we elkaar écht gaan opzoeken.”
We spreken elkaar in zijn kantoor op de Saxion Hogeschool in Enschede. Omgeven door klaslokalen en onderzoeklabs vol (deels in ontwikkeling zijnde) drones van divers formaat. We zien vliegende technologie met brandbluscapaciteit, inspectiehanden en verkenningstools. Maar waar zijn gast om de haverklap bewonderend én verwonderend met de ogen knippert, is dit de vertrouwde wereld van AbejeMersha. Hier voelt de professor in robotica en kunstmatige technologie, zoals zijn officiële titel luidt, zich als een vis in het water. “Ik werk hier inmiddels elf jaar”, rekent hij vlot uit, “en geloof me: van sleur of saaiheid is geen enkele sprake. Ik probeer van elke dag iets moois te maken, samen met studenten, onderzoekers, docenten, en publiek-private samenwerkingspartners, zowel vanuit de regio als nationaal en internationaal.”
Zoals zijn naam al doet vermoeden, is Mersha afkomstig uit Ethiopië. “Ik ben geboren in de hoofdstad Addis Ababa”, preciseert hij, “en als kind was ik al gebiologeerd door techniek. Hoe kan het dat je mensen op televisie ziet, er geluid uit een radio komt? Dat vond ik ontzettend interessant, daar wilde ik alles van weten. Die nieuwsgierigheid is altijd gebleven.” Die fascinatie bracht hem naar Mekelle, in het noorden van Ethiopië, op 800 kilometer van Addis Ababa, waar hij op de gelijknamige universiteit een bachelor Electrical Engineering volgde. Niet toevallig juist dáár. “Het was een plek zonder bureaucratie, een platte organisatie. Je kon er, bij wijze van spreken, zo binnenlopen bij de president van de universiteit, om er alle vragen te stellen die je maar had. Een beetje zoals in Nederland, qua openheid. Die vrije cultuur inspireerde en motiveerde me.”
Ruud Gullit
Na het halen van zijn bachelor stond hij voor een volgende keuze. Voor een universitaire vervolgopleiding waren Europa en Noord- Amerika de opties, maar welk land precies? “Dat is best een grappig verhaal”, glimlacht hij. “Want zo heel moeilijk was dat voor mij niet eens. Ik wilde naar Nederland, en waarom: door het voetbal! Als kind was ik een fanatiek voetbalfan. Oranje sprak tot mijn verbeelding: het aanvallende spel, de flair, de namen. Johan Cruijff kende ik van de vroegere beelden, maar Marco van Basten, Clarence Seedorf en Ruud Gullit zag ik live op tv spelen. Voor mij was het trouwens ‘Holland’; van de term ‘Nederland’ had ik nog nooit gehoord. Maar de verbinding en de klik voelde ik gewoon.”
Eenmaal in Nederland moest hij andermaal kiezen: zou-ie naar de TU Delft gaan of naar de Universiteit Twente? Delft stond op dat moment misschien iets hoger aangeschreven, maar de liefde gaf de doorslag, stelt Mersha met pretoogjes. “Mijn vrouw Hiwote, die ik op school in Ethiopië had leren kennen, kreeg een beurs in Enschede. Dus werd het Twente. Daar heb ik nooit een seconde spijt van gehad.” Sterker: “Ik bén gewoon een Tukker geworden.”
HaileGebreselassie
À propos: er is minstens nog een Ethiopiër die zich afficheert met het ‘Tukkerschap’: ex-topatleet HaileGebreselassie, een van de beste lange afstandslopers aller tijden, draagt de eretitels ‘Mister Hengelo’ te zijn, mede door de (wereld)records die hij op de FBK Games vestigde. “Of ik dan Mister Enschede ben? Nee hoor, laten we niet overdrijven. Wat HaileGebreselassie heeft gepresteerd, met twee Olympische titels, negen wereldtitels en vele wereldrecords, is ongekend. Hij is een inspiratiebron voor veel mensen, zeker voor Ethiopiërs, maar het mooie aan hem is dat hij zijn bekendheid in ons thuisland inzet voor allerlei doelen, maatschappelijk betrokken als hij is. Haile is ondernemer in de vastgoedsector, heeft meerdere hotels, investeert in onderwijs en duurzame landbouwbedrijven. Ofwel, in sectoren die bijdragen aan economische groei, werkgelegenheid en ontwikkeling van Ethiopië. Hij tilt het hele land op. Ik heb hem een paar keer ontmoet, onder meer bij de FBK Games, en weet dat hij trots is op zijn naam als ‘Mister Hengelo’, zonder meer.”
Ook Mersha geldt in Twente inmiddels als iemand van naam en faam, al zal hij dat niet snel van de daken schreeuwen. Op de UT ging zijn interesse destijds uit in de richting van onderzoek naar ‘Onbemande Robots’ en met die specialisatie slaagde hij als doctor in ‘RoboticsandMechatronics’. Aansluitend trad hij, in 2014, in dienst bij Saxion, groeide uit tot lector en leidt inmiddels de grootste onderzoeksgroep binnen de Hogeschool, met liefst vijftig medewerkers. “We zijn begonnen met een paar mensen om de opleiding mechatronica up-to-date te houden. Nu zijn we een kenniscentrum dat nationaal meetelt. En nog belangrijker: we hebben bewezen impact. Onze innovaties helpen vooral het mkb vooruit, en via samenwerkingen met bedrijven als Demcon, door wie we mede zijn opgericht, Thales en ook het Ministerie van Defensie zijn we een serieuze speler geworden. Mensen in Nederland denken vaak dat we als hogeschool alleen onderwijs geven, maar met ons missie-gedreven, toegepast onderzoek creëren we, in samenwerking met het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties ook daadwerkelijk nieuwe, toepasbare technologie in robotica, mechatronica en kunstmatige intelligentie. Vooral op het gebied van drones hebben we een leidende positie.”
Levens redden
Wat heet. De resultaten mogen er steeds meer zijn, zo leert een korte rondleiding langs en door lokalen vol technisch vernuft, in het voormalige Stadsmaten-ziekenhuis aan het Ariënsplein in Enschede, tegenwoordig Connect-U geheten. Mersha (‘dit high-tech lab met hoogwaardige faciliteiten is toegankelijk voor studenten, onderzoekers, docenten en bedrijfsleven’) geeft zijn gast minicollege in vliegende robots. Hij wijst op een imposante drone met ingebouwd ‘kanon’, een mondiale primeur. Geen exemplaar om in oorlogssituaties de vijand met mortiergranaten mee te attaqueren, maar om beginnende brand(haard)en te blussen. In de natuur, in hoge flatgebouwen of op moeilijk bereikbare plekken. “Je kunt een brandje vanuit een helikopter of blusvliegtuig proberen te blussen, maar los van de veel hogere operationele kosten, is deze ‘vliegende brandweerrobot’ een veel efficiënter wapen”, legt hij uit. “Je komt uiteraard veel dichter bij de bron en het kanon heeft een enorme kracht. Per keer schiet hij 600 milliliter water af op de brand, met een snelheid van liefst 400 kilometer per uur. Per vlucht kan hij zich tien keer ‘hervullen’. Daar komt bij dat dit een veel veiliger manier van blussen is. Een brandweerman, op de grond of in een helikopter, hoeft zich niet meer bloot te stellen aan de gevaren van een snel oplaaiend vuur.”
Het doel van deze drone is duidelijk, zegt Mersha: levens redden. “Dat is het unieke karakter ervan. Dit is geen speelgoed, nee, door snel en effectief een gevaarlijke situatie te ‘blussen’, gaat dit mensenlevens besparen en duurzaamheid bevorderen.” De initiële testen en onderzoeken zijn afgerond, de verwachting is dat de ‘vliegende blusdrone’ in 2027 op de markt komt. “En hopelijk gaat de Brandweer in Twente hem, als pionier, als eerste inzetten.”
Windturbines
We lopen langs een iets kleinere drone. “Dit is min of meer een vliegende hand”, expliceert hij. “Deze drone kan, hoog in de lucht, inspecties en onderhoud uitvoeren van bijvoorbeeld windturbines. Ook dit is effectiever, goedkoper én veiliger dan mensen inschakelen voor zulke werkzaamheden op grote hoogte.” Hij vervolgt: “Soortgelijke drones, ook door ons ontwikkeld, kunnen ook helpen bij het opsporen van de eikenprocessierups. Ook dat scheelt tijd, geld en menskracht.” Dan wijst Mersha op een ‘docking station’ voor autonome drones, van waaruit de vliegende robots op onderzoek of verkenning kunnen uitgaan. “In plaats van een 112-melding waar je mensen op afstuurt, kan een drone als eerste ter plaatse zijn. Om te kijken of er nog een dader aanwezig is, of er brand is, of de situatie veilig, om sporen te ontdekken. Op grond van die bevindingen kunnen hulpverleners als politiediensten de situatie beter inschatten en gerichter ter plekke gaan.” De testen hebben plaats op de binnenplaats van Saxion. “En voor langere afstanden gaan we naar vliegveld Twente. Ideaal.” In het werk van Mersha zijn drones leidend, maar zijn studenten werken ook aan verkenningsrobots op de grond, met dezelfde kwalificaties. “We zijn van veel markten thuis”, lacht hij.
Vertrouwen opbouwen
In alles wat hij doet, komt naast de wetenschapper ook de mens naar de oppervlakte. Mersha gelooft heilig in de kracht van cultuur, taal en vertrouwen. “Toen ik in 2014 bij Saxion begon, sprak ik nauwelijks Nederlands. Op de UT zat ik in een Engelstalige bubbel. Maar op Saxion ging ik lesgeven aan studenten die vooral Nederlands spraken. Dus besloot ik het te leren. Dankzij hen. En niet alleen om te communiceren, maar om échte verbinding te maken.” Inmiddels geeft hij ook keynotelezingen in het Nederlands. “Mijn taal is verre van perfect”, is hij té zelfkritisch, “maar dat geeft niet. Mensen waarderen de moeite. Je bouwt vertrouwen op. Taal is zoveel meer dan woorden. Het gaat om context, om de ander écht begrijpen.” Mersha hecht sowieso veel waarde aan culturele inclusie en culturele verbinding. “Dertig procent van ons team komt uit het buitenland, de rest uit Nederland. Ik zie het als een voordeel. Ik begrijp snel wat iemand bedoelt, waar iets vandaan komt. Verschillen zijn geen belemmering, ze zorgen juist voor waardevolle perspectieven.”
Op zijn werkplek én thuis. Zijn vrouw werkt inmiddels bij Thales. Met een knipoog: “Zij is slimmer én knapper dan ik. Daar is niets aan overdreven.” Samen wonen ze met hun twee dochters – zeven en negen jaar – in een groene wijk in Enschede. “We hebben een mooi leven. En de kinderen zijn ook dol op Ethiopië, op onze familie daar. Oma, opa, neefjes, nichtjes. We gaan regelmatig terug. Die cultuur die daar heerst, geef ik ze graag mee: zorg voor anderen, sociaal zijn.” Tegelijkertijd voelt Mersha zich ook gevormd door Nederland. “Openheid, duidelijkheid en transparantie zijn hier belangrijk. Die waarden heb ik omarmd. Ik zeg altijd: ik heb het beste van beide werelden. Ethiopië heeft me gevormd, Nederland heeft me verrijkt.”
Enschede dronehoofdstad
Maar hoezeer hij ook tevreden is met zijn leven, Mersha blijft zijn dromen najagen. Een paar jaar geleden wilde hij, met anderen, Enschede tot dé dronehoofstad van Europa maken. Anno 2025 is die ambitie er nog steeds, maar blijft de praktijk achter. “We hebben hier alles: vliegveld Twente, een actieve hogeschool, een technische universiteit, ROC van Twente en hoogwaardige (mkb-) bedrijven met significante innovatiekracht en kennis.” Maar er ontbreekt iets, zegt hij: verbinding. “We moeten beter elkaars taal leren spreken – letterlijk en figuurlijk. Samenwerken, niet naast elkaar, maar met elkaar. Dan kunnen we echt iets groots neerzetten. Het is op dit moment te versnipperd, de structuur ontbreekt. Weet je wat het is, je hebt voortrekkers nodig, want alles is afhankelijk van mensen. Onno van Veldhuijzen, de vorige burgemeester van Enschede, was enthousiast én geïnteresseerd, dat leverde mooie vergezichten op. Maar het is zeker niet te laat. Enschede kan heel goed de dronehoofdstad van Europa worden. Als de kennis wordt gebundeld en de verbinding wordt gezocht. Aan mij ligt het niet. Laten we Enschede groot maken.” Zo, die oproep is gedaan, zijn hart gelucht. “Hopelijk werkt het.”
We lopen, bij het afscheid, langs klaslokalen waar studenten aan drones sleutelen. Dat vindt hij prachtig. Zelf had hij allang een mooie, goedbetaalde baan in het bedrijfsleven kunnen hebben. Maar Mersha heeft andere drijfveren. “Ik krijg energie van kennisdelen. Van samenwerken. Van mensen verder helpen, de vonk doorgeven. Mijn drijfveer is impact maken, met zowel studenten, onderzoekers en docenten als met industrie en maatschappij.”
Dat lukt hem, onmiskenbaar. Met drones als middel en verbinding als doel. Vanuit de lucht – en recht uit het hart.