Normaal doen kost niets
Ik heb nooit begrepen waarom een Matthijs van Nieuwkerk zo genadeloos losging op sommige van zijn redacteuren. Dat je pissig bent op mensen die niet brengen of doen wat jij verwacht? Okay. Dat je in de stress schiet door een fout? Verdomd irritant. Dat er grote belangen op het spel staan? Duidelijk. Maar iemand op grond van een verkeerde keus of slechte inschatting denigrerend bejegenen of ordinair afbekken? En ook nog in het bijzijn van collega’s? Nee, daar kan ik met m’n kop niet bij. Nu niet, nooit niet.
Begrijp me goed, ik misgun de onbetwiste vakman Van Nieuwkerk – ik noem hém gemakshalve even als voorbeeld – helemaal niets. Voor mijn part maakt-ie tot in lengte van jaren programma’s van grote schoonheid. Hij heeft niemand vermoord en lang genoeg op de blaren gezeten voor de nagalm van zijn gedrag bij De Wereld Draait Door.
In de vorige TOM wees Marco Strijks, diversiteits-aanjager van de Saxion Hogeschool, op het belang van het welbevinden van personeel. In deze TOM doet ondernemer Alex Wächtler min of meer hetzelfde. Gelijk hebben ze. Het is evident dat mensen productiever worden wanneer ze lekker in hun vel zitten. Dat is nog wat me het meest verbaasde aan Van Nieuwkerk: dacht hij nou echt dat zijn tirades meer werkplezier zouden opleveren? Dat de betreffende redacteuren harder gingen lopen? Ja, de gasten met een bord voor hun kop misschien. Met blinde ambitie.
Voor de goede orde: werknemers die falen of een fout maken verdienen een correctie, maar wel een menswaardige. Zo presenteerde ik onlangs een theatercollege in Noord-Brabant. Vooraf had ik de technicus van dienst een reeks filmpjes gestuurd die ik zou gebruiken tijdens de voorstelling. Bij aankomst bleek alles fout te zijn gegaan; de video’s waren zelfs helemaal verdwenen. Ik bleef rustig, verzekerde de nerveus ogende jongeman dat alles goed zou komen en wist na een telefoontje de filmpjes te ‘reanimeren’. De technicus moest nog wel - hevig zwetend - aan de bak, ik stuurde hem rustig en duidelijk aan, en pas drie minuten voor aanvang, de zaal zat al vol, was alles gereed. Over een close call gesproken. De show verliep vlekkeloos en op het eind bedankte ik hem publiekelijk voor zijn uitstekende werk. Het applaus dat volgde deed een royale glimlach op zijn gezicht tevoorschijn toveren. Mooi. Eind goed, al goed.
Of ik mezelf niet teveel op de borst klop met dit voorbeeld? Nee hoor. Met normaal doen - meer is het niet - kun je veel bereiken. En het kost niets.