Unieke samenwerking Subvention, AOMB en BonsenReuling

Belastingdienst maakt innoveren aantrekkelijk 
Veel ondernemingen realiseren zich niet dat zij veel geld laten liggen als ze investeren in nieuwe producten. Dat geldt voor grote (MKB)-bedrijven, maar ook voor talenvolle start-ups die klaar zijn om de markt te veroveren. Overigens is er een reden dat er een zekere watervrees is om die besparingsmogelijkheden aan te boren: het vereist kennis van zaken van fiscaliteit, staatssteun, rechtsvormen, productbescherming en subsidies. Kennis die niet in elk bedrijf en niet bij elke adviseur als vanzelfsprekend aanwezig is. Drie dienstverleners hebben daarom de handen ineen geslagen om de maakindustrie te ondersteunen.

Met de WBSO (Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk) en de innovatiebox bevordert de overheid al jaren de innovatiedrang van Nederlandse bedrijven. Uit de praktijk blijkt echter dat veel bedrijven de stap niet nemen om van deze regelingen te profiteren. De reden is dat het lastig is om het op eigen houtje te doen. Dat geldt zeker voor kleinere bedrijven, zegt Frank Waleczek, directeur van subsidie-specialist Subvention: “Met name in die groep, van start-ups tot middelgroot MKB is er weinig kennis van deze materie. Men heeft veelal geen verstand van subsidies, financiële steun voor innovaties en Intellectueel Eigendom (IE). Daardoor laten bedrijven veel geld liggen.”

Gecombineerde kennis
Waleczek raakt daar de kern van de problematiek: subsidies aanboren of een fiscale regeling treffen in het kader van de innovatiebox zijn specialismes waarover maar weinig partijen beschikken. En zeker gecombineerde kennis, over subsidieaanvragen, productbescherming en fiscale regelingen, is er niet. Daar komt nu echter verandering in doordat drie partijen die kennis hebben gebundeld. Naast Subvention zijn dat BonsenReuling en AOMB Intellectual property. Twee bedrijven met respectievelijk Gelderse en Brabantse roots, maar net als Subvention in Enschede, landelijk en internationaal actief. Dat laatste geldt in het bijzonder voor AOMB dat expert is op het terrein van intellectueel eigendom en daarmee kennis heeft van patenten, merken, modellen, etc. Marco Coolen over de rol van AOMB binnen de bundeling: “Wil je als grotere onderneming gebruik maken van de innovatiebox dan moet je een patent hebben voor je nieuwe product. Daarover bestaat bij veel bedrijven in de maakindustrie, zoals je die ook in Twente hebt, veel onwetendheid. Bedrijven als AkzoNobel, hoef je dat niet te vertellen; grote organisaties beschikken niet zelden over eigen patent-afdelingen. Maar daarnaast zijn er legio maakbedrijven die het niet aanvragen omdat ze het te ingewikkeld vinden.”

Voor grotere bedrijven is, om in aanmerking te komen voor een fiscale regeling wat de innovatiebox is, zoals Coolen aangeeft, een patent nodig. Maar ook wie subsidie aanvraagt in het kader van de WBSO doet er goed aan om met Coolen in gesprek te gaan, zegt Frank Waleczek: “IE, Intellectueel Eigendom, kun je zien als een mandje met kennis, waarmee je ook als start-up verzekerd bent van bescherming. En zeker als zich een private investeerder meldt, is het een pre.”

Innovatiebox
Coolen voegt daaraan toe: “Bovendien is het niet alleen dat je jouw innovatie, jouw product, afschermt voor een concurrent uit China. Dat mandje met kennis, zoals Frank het terecht noemt, kun je ook inzetten met een andere partij, misschien wel een collega, om samen als partner de innovatie verder te vermarkten. Een goed patent heeft dus waarde en kan een succesvol verdienmodel zijn.”

Binnen de kennis-en adviesdriehoek speelt BonsenReuling een onmisbare rol; het belastingadvieskantoor heeft veel ervaring met de innovatiebox. Angelo Kumeling: “De innovatiebox is een korting op de vennootschapsbelasting van maar liefst 16,8 procent. Wij zijn van mening dat elk productiebedrijf in Nederland in beginsel hiervoor in aanmerking komt. Echter, om optimaal van dit voordeel te profiteren, is het maken van een maatwerkafspraak met de Belastingdienst noodzakelijk. Dit vereist specialistische kennis waar veel accountants en adviseurs niet over beschikken. Voor ondernemers is dat zonde, aangezien het om substantiële bedragen kan gaan.”

BonsenReuling is een expert binnen dit nichegebied en begeleidt klanten door het hele land bij het verkrijgen van een deal met de Belastingdienst. Kumeling: “Voor kleinere bedrijven is het hebben van WBSO-uren in feite al voldoende om voor de innovatiebox in aanmerking te kunnen komen. Dit vereist enige administratie maar het belastingvoordeel van de innovatiebox maakt dit het vaak dubbel en dwars waard. Bedrijven met een jaarlijkse omzet van meer dan 50 miljoen euro, hebben daarnaast ook een patent nodig. De samenwerking met Subvention en AOMB maakt dat wij klanten hierin volledig kunnen ontzorgen. Wij zijn dan ook altijd bereid vrijblijvend langs te komen om de mogelijkheden te bekijken. Bovendien zijn bij een winst vanaf 200.000 euro de kosten voor het verkrijgen van een innovatieboxafspraak vaak binnen een jaar al terugverdiend.“

Uit berekeningen blijkt dat een bedrijf met een winst van twee miljoen euro per jaar gemiddeld een belastingvoordeel van 100.000 euro kan ontvangen. Een aantrekkelijk bedrag, maar de overheid heeft er dan ook een bedoeling mee, zegt Frank Waleczek van Subvention: “Het is in de basis een stimuleringsregeling. De overheid wil dat Nederland koploper is op het gebied van innovatie en met de WBSO en innovatiebox wordt dat bevorderd. Het komt dus uiteindelijk ten goede van de economische groei van ons land.”

Expertise en ervaring
Dat de drie bedrijven elkaar hebben gevonden in de samenwerking berust niet op toeval: er liepen vanuit het verleden al lijntjes. Overigens wordt er geen apart kantoor gevormd. “We blijven elk vanuit ons eigen kantoor opereren”, aldus de heren: “De samenwerking is op basis van ieders expertise en ervaring.”

Expertise en ervaring die nodig zijn om die economische doelen te bereiken. En die ondernemers moeten inzetten om te kunnen profiteren van de financiële en fiscale mogelijkheden van de WBSO en de innovatiebox. Samen kunnen Subvention, AOMB en BonsenReuling dat aanbieden en dat maakt dit interessant voor ondernemingen die tot nog toe bang waren om zich te verslikken in de regels en complexiteit van een ruling met de Belastingdienst. Onnodig, vinden de drie, maar bovenal meer dan spijtig dat bedrijven daarmee geld laten liggen. Frank Waleczek tot slot: “En daarom zijn wij gaan samenwerken met elk een eigen inbreng op basis van kennis en vertrouwen. Zodat we een innovatieboxafspraak met de Belastingdienst kunnen opzetten waar geen weeffoutjes in zitten en wij ondernemers optimaal kunnen bedienen.”