Innoveren in Twente: Handjes en knappe koppen

Innoveren in Twente: Handjes en knappe koppen

Innoveren lukt alleen als je de juiste handen en geesten hebt. Met andere woorden mensen met verstand van techniek en knappe koppen die het ondenkbare bedenken en mogelijk maken. Volgens MKB Twente-voorzitter Albert van Winden moeten er flink wat bakens worden verzet om, zoals hij dat noemt, ‘de slagader van de Twentse economie’ in goede conditie te houden. Aan de andere kant van het spectrum zijn er ook de handjes nodig: in alle sectoren en branches. Daarover heeft Roy ten Voorde van werving-en selectiespecialist Integralis een eigen visie.

TOM noteert de meningen.
In deze TOM gaat onze vaste columnist Albert van Winden in op het belang van innovatie in Twente. Hij geeft daarbij als voorzitter van MKB Twente een aantal adviezen en voorzetten. Onder andere pleit hij voor de oprichting van een innovatiefonds en MKB-hubs: fysieke locaties waar MKB-bedrijven kunnen samenwerken. Maar, zo constateert hij, een goede begeleiding van ondernemers is even belangrijk, zo niet nog belangrijker. De inspiratie voor daarvoor deed hij op tijdens een werkbezoek aan Zweden en Denemarken: “Daar is een structuur dat starters en bedrijven met een idee eerst een goed onderbouwd businessplan maken. Daarbij krijgen ze een goede begeleiding waarbij bedrijven en onderwijs samenwerken. Zo’n structuur moeten wij in Twente ook ontwikkelen. Dat betekent ook dat de rol van het onderwijs in het bedrijfsleven groter moet worden. Er moet steviger worden ingezet op begeleiding en het bedrijfsleven moet een klant worden van het onderwijs. Het probleem nu is namelijk dat het onderwijs gefinancierd wordt door het aantal studenten. Er wordt niet gekeken waar de behoeftes van het bedrijfsleven liggen. Je kunt wel veel studenten opleiden tot schoonheidsspecialiste maar daar heeft het bedrijfsleven geen behoefte aan. Wat gebeurt er dan: die mensen krijgen geen baan en vertrekken uit Twente. Ook talentvolle mensen, die je hier wilt behouden. Er moet dus een betere afstemming komen tussen onderwijs en de behoeftes van het bedrijfsleven. En, zo is mijn overtuiging, daar moeten ondernemers dan ook aan bijdragen, want het is ook hun belang om die mensen op te leiden die ze nodig hebben en een baan kunnen bieden.”

Vervolgt: “Natuurlijk is het prachtig dat je in ons land kunt studeren wat je wilt. Maar er zijn op dit moment 14.000 vacatures in Twente die vervuld moeten worden. En in de komende zes jaar gaat twintig procent van de werkenden met pensioen. Vroeger had je een situatie met veel kinderen en weinig ouders. Nu staat die piramide op de kop: meer ouderen dan kinderen, die straks het werk moeten doen. En daarom moeten we dus nadenken over de mogelijkheden.” Van Winden realiseert zich dat het Twentse onderwijs, ROC, Saxion en UT, zich zal weren door te zeggen dat er al maatregelen zijn genomen om meer gerichte opleiding te promoten. Hij is er nuchter onder: “Kijk, we moeten nu naar elkaar gaan wijzen. Feit is dat er bedrijven niet verder kunnen groeien omdat eenvoudigweg de juist opgeleide mensen niet te krijgen zijn.”

En daarmee raakt de MKB-Twente bestuurder ook de noodzaak om te innoveren: “Innovatie is de slagader van de Twentse economie en we kunnen hier niet maar blijven doen wat we altijd hebben gedaan. Denk aan innovatieve kansen als AI, waarmee je automatische documenten kunt invullen. Maar denk ook aan hoe je mensen binnen je onderneming kunt houden.” Het aloude adagium van ‘binden en boeien’: “Zeker, maar dan realiseer je alleen als je jouw mensen een uitdaging voorschotelt. Mensen vinden nieuwe ontwikkelingen, dus innovaties, aantrekkelijk. Zorg voor plezier in het werk. Mensen met een burn-out krijg je doordat de prestatiedruk ontzettend hoog is, tel daarbij het randgebeuren, de socials, het web. Daar moet je tegen bestand zijn. Zorg als werknemer voor je mensen, blijf ze uitdagen, zorg voor plezier in hun job, dan presteren ze. Ik heb wel eens gezegd dat medewerkers belangrijker zijn dan klanten. Dat werd me door sommige ondernemers niet in dank afgenomen maar het is wel: een vriendelijk medewerker, die jou als klant uitstekend van dienst is, zorg draagt voor kwaliteit; die maakt dat je klanten bij je blijven.”

Overigens weet Albert van Winden dat het Twentse bedrijfsleven een moeilijke periode heeft gekend. Tot slot: “Corona, mensen die geen woonruimte kunnen vinden. We moeten Twente wel als aantrekkelijk regio behouden. Het moet hier goed wonen en werken zijn. Dan vertrekken de talenten niet naar elders en trekken we ook nieuwe talenten hier naar toe.” Mensen naar Twente halen, dat is het specialisme van Roy ten Voorde en het team van Integralis. De onderneming is al bijna een kwart eeuw gepokt en gemazeld in werving en selectie. Aanvankelijk betrof het laag geschoold werk, maar directeur Roy ten Voorde merkt dat de lat steeds hoger wordt gelegd en daarmee indirect ook een bijdrage levert aan de innovatie in de regio. “We zijn nu een allround uitzender tot en met het MBO-niveau”, vertelt hij vanuit de nieuwe vestiging aan de Hogelandsingel in Enschede: “Die groei, ook in bepaalde sectoren, zet zich door. Bedrijven in dezelfde branche noemen ons als ze handjes nodig hebben. Niet alleen aan productielijnen bij een vleesverwerkend bedrijf, maar ook op administratief niveau leveren wij mensen.”

Die handjes komen ook nog vaak uit de traditionele hoek: van Spanje en Litouwen, Portugal, Kroatië etc. “De vraag naar personeel neemt nog altijd toe en dat komt door het gunstige vestigingsklimaat dat de Nederlandse overheid biedt. Meer bedrijven betekent dat je ook meer personeel nodig hebt”, aldus Ten Voorde: “En die mensen moeten eten, wonen, willen ook een keer uitgaan. Wat je ziet is dat de consumptie alleen maar toeneemt en er weer meer mensen nodig zijn. Die spanning op de arbeidsmarkt blijft daarom.” Overigens signaleert hij nog een aspect: “Onze ouders hebben het land groot gemaakt door uren te maken. Veel uren. Nu willen mensen 24 uur per week werken en gaan dan klagen dat er te weinig personeel is. Je zou ook kunnen zeggen: ik ga 32 uur per week werken, dan heb je al een vijfde van het personeelstekort opgelost!”

Gezien de blijvend grote vraag wordt Integralis ook gedwongen te kijken naar andere landen. Hij noemt Bangladesh, Nepal en India: “Het vreemde is dat zij hier niet mogen werken maar in Kroatië wel. We hebben nu al lijntjes en contacten om die mensen vanuit Kroatië hier naar toe te halen. Dat zijn mensen die goed opgeleid zijn en ja, ook een rol kunnen vervullen in de innovatiekracht van Twente. Kijk, je hebt voor alles handen nodig. Maar mensen hebben ook ambitie, willen zich ontwikkelen. Van knakworstjes inpakken naar het niveau waarmee je bij een hightech bedrijf nieuwe apparatuur in elkaar zet. Die route is met hoog opgeleide mensen uit landen als India heel realistisch”, concludeert Roy ten Voorde tot slot.

>
>
>
Elferink & Kortier