Geen reden tot paniek over zelfstandigheid

Geen reden tot paniek over zelfstandigheid

Zowel ondernemers als zzp’ers zijn geconfronteerd met de Wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties). Populair gezegd de wet op de schijnzelfstandigheid. Wie er nog niet klaar voor is moet daarmee dit jaar aan de slag. De Rijksoverheid is zo barmhartig om alle partijen een jaar de tijd te gunnen om de zaken op orde te krijgen. In 2025 gelden alleen naheffingen voor schijnzelfstandigheid. Met ingang van 2026 vallen er boetes op de deurmat.

Volgens de Wet DBA zijn opdrachtgever en opdrachtnemer samen verantwoordelijk voor de arbeidsrelatie. Wie als zzp’er niet voldoet aan de voorwaarden voor het uitvoeren van een zelfstandige opdracht, is een schijnzelfstandige. Om dat te kunnen bepalen is er een doolhof van voorschriften en regels, gebaseerd op de drie kenmerken van loondienst: de mogelijkheid tot werkgeversgezag. De verplichting tot het leveren van (persoonlijke) arbeid en de beloning voor de verrichte arbeid. Maar daarnaast is er meer informatie nodig. Bijvoorbeeld de aard en duur van de werkzaamheden, wel of geen verplichting om het werk persoonlijk uit te voeren, de manier waarop de beloning is bepaald en wordt uitbetaald en de mate waarin de opdrachtnemer bij de opdracht commercieel risico loopt.

Wir war aan regels

Kortom, een ambtelijke wirwar aan regels, verplichtingen, voorwaarden en verordeningen die de zelfstandig klussende timmerman, softwareontwikkelaar, schilder of thuishulp nauwelijks kan overzien. Laat staan dat deze hardwerkende bouwstenen van de economie er tijd voor hebben om zich te verdiepen. Dat heeft zijn gevolgen, zo blijkt uit landelijke cijfers van de KVK. In januari van dit jaar zijn 19.555 zzp’ers (inclusief faillissementen) gestopt. Dat waren er in januari 2024 13.326, ergo bijna vijftig procent minder. Overigens, ook het aantal starters nam af: van bijna 20.000 vorig jaar januari naar ruim 17.000 begin dit jaar. Met andere woorden: het aantal zzp’ers dat het voor gezien houdt neemt toe en het aantal toetreders tot het zzp-legioen neemt af.

De sectoren waarin de meeste zelfstandigen stoppen zijn de particulier beveiliging met 2,9 procent, de akkerbouw en tuinbouw met 2,2 procent, de kinderopvang met 2,1 procent, de thuiszorg met 1,8 procent en ex aequo de schoonmaakbranche met 1,8 procent. Hierbij moet wel in aanmerking worden genomen dat de cijfers voor de akker- en tuinbouw worden beïnvloed door seizoenswerk.

Het hoogste aantal uitschrijvingen uit het handelsregister viel te zien in de bouwsector: 1.069 bouwvakkers hingen hun troffel en zaag in de wilgen. Vorig jaar was dat 692. Ook de grote schare organisatieadviseurs heeft kennelijk geen vertrouwen meer in een toekomst onder de Wet DBA: 940 zzp’ers namen afscheid van het zzp-leven. In de paramedische zorg stopten 781 zzp’ers, nipt gevolgd door de thuiszorg waar 753 mensen het zzp-schap achter zich lieten.

Overijssel telde eind 2013 ruim 48.000 zzp’ers. Dat is gegroeid naar anno nu iets meer dan 91.000. Als de trends zich doorzetten zal dat in onze provincie, die voor een groot deel leunt op de bouw, weer gaan afnemen. De cijfers voor startende zzp’ers laten een ander beeld zien: in het vierde kwartaal groeide het aantal zzp-starters van 1.313 nog naar 2.089 op 31 december. De ambities voor het zelfstandige ondernemerschap lijken echter flink bekoeld: in januari van dit jaar meldden zich tot nu tot 1.127 bij de KVK. Het kwartaal is nog niet voorbij, maar mogelijk is het een teken aan de wand.

Flexibiliteit en kennis

Michel ten Hag is voorzitter van de afdeling Twente van de werkgeversorganisatie VNO-NCW. Dat de Twentse economie geraakt gaat worden door de scherpere controle op schijnzelfstandigheid ziet hij nog niet direct gebeuren. Wel moet er een goede balans zijn tussen zzp’er en vast dienstverband en zal dus ook de inzet van zzp’ers zorgvuldig moeten worden gecontroleerd: “Over het algemeen willen ondernemers specifieke kennis kunnen inhuren. De zzp’er is dan een goede vorm. Als die voor meerdere opdrachtgevers werkt en daardoor ook kennis en ervaring uitbreidt, is dat een goede zaak. Iets anders is als de zzp’er hoge eisen stellen. Geen nachtdienst of weekenddienst willen doen, dat soort zaken. Je vaste personeel moet dat wel en als de zzp’er ook nog eens boven CAO betaald krijgt, komt dat de sfeer niet ten goede.”

De flexibiliteit en de specifieke kennis van de zzp’er zijn een positief element. En dat een zzp’er meer verdient is volgens Ten Hag niet meer dan redelijk: “Een freelancer heeft nu eenmaal geen vast inkomen en accepteert in dat opzicht een risico.” Michel ten Hag, die vraagtekens heeft of de overheid in staat is schijnzelfstandigheid te controleren, concludeert dat zzp’ers een meerwaarde hebben. “Flexibel en specifieke kennis. Wat niet mag gebeuren is dat de zzp’er net langs de lijntjes gaat van de wet- en regelgeving op het gebied van arbeidsrecht. De goedwillenden moet je een warm gevoel geven, dat is ook beter voor het teamgevoel.”

Alert zijn

Zelfstandigen Bouw behartigt de belangen van de zzp’ers in de bouw. Volgens de organisatie is er nog geen reden tot paniek. Aan zzp’ers die vooral werken voor particuliere opdrachtgevers of zakelijke opdrachtgevers, die zelf niet primair actief zijn in de bouw, gaat de discussie grotendeels voorbij, aldus de organisatie. Wie voor een opdrachtgever in de bouwsector werkt, moet wel alert zijn.

Zelfstandigen Bouw is kritisch ten aanzien van de Wet DBA en stelt dat het essentieel blijft dat de specifieke werkwijze van zelfstandigen in de bouwsector wordt erkend. In de bouwsector werken verreweg de meeste zzp’ers projectmatig, flexibel en niet gedwongen en dat past bij het ondernemerschap. De Wet DBA in zijn huidige vorm houdt onvoldoende rekening met deze realiteit. Zolang de zzp’er voldoet aan de basisprincipes van zelfstandig ondernemerschap, zoals voor eigen rekening en risico werken, gericht op het maken van winst en het ondernemerschap aantonen via KVK of website, is er geen reden tot zorgen. Bovendien is het belangrijk dat de wet meer flexibiliteit biedt voor de bouwsector, waar het niet ongebruikelijk is dat zzp’ers langere tijd voor één opdrachtgever werken. Veel zzp’ers doen dit vrijwillig en halen voordeel uit de continuïteit van werk, waarin ze juist hebben geïnvesteerd in de langdurige relatie, stelt de belangenorganisatie, die zich blijft inzetten voor praktische en duidelijke oplossingen die aansluiten bij de realiteit van zelfstandig ondernemerschap. Voorzitter Koen Dijkstra zegt daarover: “Het is begrijpelijk dat zelfstandigen in de bouw zich zorgen maken over de aangekondigde controles op schijnzelfstandigheid. Maar laat je niet ontmoedigen door de onzekerheid. Zolang je je zaken goed geregeld hebt en voldoet aan de basisprincipes van zelfstandig ondernemerschap, is er geen reden tot paniek. Wij blijven ons inzetten voor duidelijke en werkbare oplossingen, zodat zelfstandigen in de bouwsector zonder zorgen kunnen blijven ondernemen.”

>
>
>
CuliRally
TOM's Rally
Elferink & Kortier