Follow the Money: Hoofdredacteur hoopt graantje van ‘uniek’ fonds mee te pikken
Eddy van der Ley trapte de rubriek Follow the Money begin 2024 af onder de kop ‘De hoofdredacteur en zijn speurtocht naar een meer dan mooi rendement’. In deze nieuwe aflevering blijkt dat zijn radicale ommezwaai van aandelen naar (alleen) cryptomunten wel een behoorlijk, maar nog geen spectaculair effect heeft gesorteerd. Wel gelooft hij heilig in een nieuwe, crypto-gerelateerde investering. “Zestig procent aan rente, daar kan helemaal niets tegenop”.
Soms zijn dingen in het leven te mooi om waar te zijn, too good to be true zogezegd, maar zeker als het om producten in de financiële wereld gaat, is voorzichtigheid geboden. In veruit de meeste gevallen zit er een addertje onder het gras, en strekt het tot de aanbeveling de kleine lettertjes minutieus door te nemen. En dan nog zijn garanties soms ver te zoeken. Zelf ben ik diverse keren het schip ingegaan met veelbelovende investeringen, zoals - in de jaren negentig - met het aandelenleaseproduct Dexia. Van de beloofde gouden bergen bleef na verloop van tijd hoegenaamd geen molshoop over. Ik heb contracten met stevige boetes moeten afkopen. Anno 2025 loopt er - door gedupeerden die zich verenigd hebben - nóg een rechtszaak tegen Dexia. Illusies maak ik me niet. Het is trekken aan een dood paard, dunkt me.
Vermogensbeheerders
Wie op eigen titel in aandelen of crypto’s belegt, hoeft nooit naar een ander te wijzen. Je bent verantwoordelijk voor de keuzes die je zelf maakt. Eerlijker kan het niet. Voor deze rubriek kies ik mijn producten uit op grond van onderbuikgevoel en signalen uit de markt. Tot dusverre heeft me dat geen windeieren gelegd (zie schema), maar soms is het interessanter mee te zeilen met de rugwind van een succesvol (ogend) fonds. Wie op zondagmorgen naar Business Class van Harry Mens kijkt, ziet regelmatig ceo’s van beleggingsfondsen en vermogensbeheerders hun verhaal doen, tegen betaling van naar verluidt 10.000 euro per beurt. Soms zijn dat mensen die zich lang en breed bewezen hebben, zoals Martine Hafkamp van Fintessa en Eric Nugteren van Ambassador, soms betreft het gelukzoekers die de kijker met duizelingwekkende dividenden proberen te verleiden. Ik houd van een gokje en ben zelf weleens spontaan ingestapt. Bij BOTS Capital bijvoorbeeld, waar cco Colin Groos aan tafel bij Harry zonder uitzondering een solide indruk maakte. Je zou hem zo op zijn blauwe ogen geloven, maar in de praktijk is het allemaal toch vies tegengevallen. BOTS zat en zit vooral in de wereld van crypto en dat is wél waar het de komende jaren te doen is. Wie rendement wil en zich niet laat afschrikken door een volatiele storm meer of minder, kan zich - denk ik - het best richten op de markt van cryptocurrency’s. Dat doe ik zelf nu volop, zoals in de vorige editie aangegeven.
Behoorlijk plusje
Edoch: tussen het instapmoment bij drie nieuwe cryptomunten, 16 augustus, en de deadline van de TOM die nu voor u ligt, zat slechts een dikke maand, dus maatgevend voor het spectaculaire rendement dat ik nastreef, is het nog niet. Dat komt later. Hoop ik. Ondanks de wilde geopolitieke ontwikkelingen (de moord op Charlie Kirk, Gaza, Oekraïne, al dan niet vredesbesprekingen tussen Trump, Zelensky, Poetin) boekte ik wel een behoorlijk plusje. De koers van Ethereum, Cardano en Sui steeg in de voorbije maand, die van Fetch.ai bleef min of meer gelijk, en Bitcoin noteerde verlies, na tussentijds hoger te hebben gestaan. Maakt niet uit, de grootste cryptomunt blijft mijn belangrijkste troef, met een ontzagwekkende winst in vergelijking met het aankoopmoment. Het tussentijdse rendement van mijn cryptoportefeuille bedraagt nog altijd 46 procent!
Voor deze rubriek heb ik dus 5000 euro ingelegd, gelijkmatig verdeeld over vijf cryptomunten, maar ik ga iets nieuws doen, iets geks. Half augustus heb ik 10.000 euro extra geïnvesteerd in mijn handelsavontuur voor dit schitterende magazine. Dat is namelijk de minimale inleg bij het fonds waarin ik een heilig geloof koester: Yieldfund. En houd u vast: over precies een jaar heb ik een rente ontvangen van 6000 euro, een rendement dus van 60 procent (maandelijks vijf procent). “Je bent écht gek geworden, dat kan nooit”, hoor ik u zeggen. Of schreeuwen misschien wel. Noem me naïef, maar ik denk dat het zo is. Waarbij ik moet aantekenen dat ik die 60 procent alleen incasseer wanneer ik mijn 10.000 euro uitleen/investeer voor een looptijd van drie jaar. Kies ik voor twee jaar, dan is de rente nog altijd bizar hoog (48 procent, 4.800 euro, maandelijks vier procent) en bij een jaar toucheer ik 3.600 euro (36 procent, maandelijks drie procent). Hoe meer je durft te investeren, hoe meer je incasseert. En iedere week, iedere maandag, krijg je de rente uitbetaald. Weliswaar in USDC (de stablecoin van de Amerikaanse dollar) en op een crypto-wallet van een Knakenaccount, maar toch. Dat klinkt misschien als abacadabra, maar het is een fluitje van een cent. Als ik het al kan, digibeet die ik ben, kan Mien van driehoog achter het ook, met een beetje sturing van de organisatie.
Obligaties
Wat Yieldfund is? En fonds dat handelt in (automatische) handelsstrategieën op gebied van de grote cryptovaluta als Bitcoin, Ethereum, Ripple, Solana en Cardano. De handelsposities staan slechts kort open (van enkele minuten tot zelfs seconden), waardoor de experts van het bedrijf binnen een handomdraai kunnen profiteren van minieme prijsfluctuaties. Yieldfund handelt met het geld (omgezet in obligaties) van klanten en benadrukt dat de inleg na de afgesproken contractperiode (1, 2 of 3 jaar) in zijn geheel wordt teruggestort. Ik kies dus voor drie jaar.
Het bedrijf claimt in 2024 een rendement van 148 procent te hebben behaald. Tegen die achtergrond is een rente van 60 procent op jaarbasis zo gek nog niet, maar in het verleden behaalde resultaten bieden natuurlijk geen houvast voor de toekomst. In de volgende TOM ga ik dieper in op de risico’s, maar vooralsnog geniet ik elke week van de rente-uitbetalingen. Na vier weken staat de teller op 480 euro…

