Augustus 2024
Innovatief
zorghotel
Deze
editie van TOM Magazine staat grotendeels in het teken van innovatie. Geen
wonder, want de regio Twente staat te boek als een hotspot van technologische
ontwikkelingen. Okay, we zijn geen Veldhoven/Eindhoven, maar komen redelijk
in de buurt – en dat is te prijzen. Persoonlijk heb ik heel weinig met
vernieuwing. Ik ben een hopeloze melancholicus, die is blijven hangen in
het gevoel van de jaren tachtig. Vroeger was alles beter, of in elk geval:
veruit het meeste.
Ik gruw van de opkomst van de mobiele telefoon, de spelcomputer - en de verslavende (en sociaal verstorende) werking die deze ontwikkeling heeft op kinderen. De zelfrijdende auto in het verkeer? Ik moet er werkelijk niet aan denken. De impact van kunstmatige intelligentie op de toekomst (van het menselijk brein)? Kunnen we dan niets meer zelf?
Ik heb er vaak discussie over met vrouw en kinderen, die mij een ‘ouwe lul’ vinden die ‘niet genoeg meegaat met de tijd’. Het is natuurlijk ook een kwestie van smaak. Ik vind dat de beste muziek al gemaakt is, zweer bij de nostalgie van langspeelplaten, zou het liefst bellen met een ouderwetse toetsentelefoon en volg het nieuws bij voorkeur via good old teletekst. Nieuwe gadgets? M’n reet.
Mijn hunkering naar nostalgie kwam eind juni tot weer eens tot uiting met het presenteren van twee theatercolleges over het legendarische WK van 1974, met voetbalhelden als Willem van Hanegem, Arie Haan, Wim Rijsbergen en de broertjes Van de Kerkhof. Rondom die shows, in Amstelveen en Amersfoort, kreeg ik last van hevige ademnood. Een consult bij de dokter, een paar dagen later, leerde dat ik een dubbele longembolie onder de leden had, veroorzaakt door een zogenoemd trombosebeen. Ik werd met spoed opgenomen in het MST in Enschede, waar ik zelfs een paar dagen aan de hartbewaking kwam te liggen.
Qua ziekenzorg had ik een ouderwets beeld van verpleegzalen met zes patiënten en nul privacy. Maar niets bleek minder waar. Ik kreeg een kamer voor mezelf en heb in vier dagen tientallen lieve, zorgzame medewerkers aan mijn bed gehad. Zaalartsen, nachtzusters, verpleegkundigen die bloed afnamen of bloeddruk controleerden, medewerkers die thee brachten of het (rijkelijk gevarieerde) menu kwamen noteren en serveren, dagelijks een schoonmaakster; ik keek mijn ogen uit, kwam woorden tekort om de mensen te complimenteren.
Ik waande me, nee, ik wás te gast in een heus zorghotel. Of zoals mijn dochter Louise licht cynisch opmerkte: ‘Vervelend, hè, zo’n innovatief ziekenhuis?’
Terug